Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website EU SFDR Absolute Return Fund - Janus Henderson Investors
Voor individuele beleggers in Nederland

Status volgens de EU Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR)

Janus Henderson Absolute Return Fund

Legal Entity Identifier: 213800KHR3DA4ELZN939

A. Samenvatting

Het Fonds is gecategoriseerd als een Fonds dat voldoet aan de bepalingen voor openbaarmaking van artikel 8 van de SFDR, als een product dat ecologische en/of maatschappelijke kenmerken bevordert en belegt in bedrijven met goede governancepraktijken. Hoewel het Fonds niet als doelstelling heeft om duurzaam te beleggen, zal het een minimumaandeel van 5% duurzame beleggingen met een maatschappelijke en/of milieudoelstelling hebben in economische activiteiten die volgens de EU-taxonomie niet als ecologisch duurzaam kwalificeren. Zie 'B. Geen duurzame-beleggingsdoelstelling' hieronder voor meer informatie.

Het fonds promoot steun voor de UNGC-principes (met betrekking tot zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling). Het fonds tracht ook beleggingen te vermijden in bepaalde activiteiten die schade kunnen toebrengen aan de menselijke gezondheid of het menselijke welzijn door bindende uitsluitingen toe te passen. Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

Daarnaast belegt het Fonds minimaal 5% van het vermogen in duurzame beleggingen. De duurzame beleggingen van het Fonds kunnen bijdragen aan het aanpakken van de milieu- en/of maatschappelijke kwesties die zijn vastgelegd in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Een belegging wordt geacht een positieve bijdrage te leveren aan een ecologische of maatschappelijke doelstelling wanneer activiteiten van het bedrijf positief bijdragen aan ecologische en/of maatschappelijke doelstellingen.

Dit fonds streeft naar een positief absoluut rendement door gebruik te maken van de wereldwijde aandelenmarkten, en in het bijzonder door de meerderheid te beleggen in het VK.

De bindende elementen van de hieronder beschreven beleggingsstrategie worden geïmplementeerd als uitsluitingsscreens voor de gehele longpositie, zowel voor kernbeleggingen (langetermijnposities op basis van fundamentele overtuigingen) en tactische beleggingen (kortetermijnposities voor handelsdoeleinden) die worden gecodeerd in de compliancemodule van het orderbeheersysteem van de Beleggingsbeheerder, waarbij doorlopend gebruik wordt gemaakt van de diensten van externe gegevensaanbieders. De uitsluitingsscreens worden zowel vóór als na transacties geïmplementeerd, waardoor de subbeleggingsadviseur alle voorgestelde transacties in een uitgesloten effect kan blokkeren en eventuele wijzigingen in de status van beleggingen kan identificeren wanneer gegevens van derden periodiek worden bijgewerkt.

De Beleggingsbeheerder past screens toe op de gehele longpositie, zowel voor kernbeleggingen als tactische beleggingen, om directe beleggingen in emittenten uit te sluiten op basis van hun betrokkenheid bij bepaalde activiteiten. Meer specifiek worden emittenten uitgesloten die meer dan 10% van hun omzet behalen uit de extractie van stoomkolen, schalie-energiewinning, oliewinning uit teerzand, of olie- en gasboring of -exploratie in het noordpoolgebied. Emittenten worden ook uitgesloten als wordt verondersteld dat zij niet hebben voldaan aan de principes van het UN Global Compact (die betrekking hebben op zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

De Beleggingsbeheerder past alleen screens toe op de belangrijkste longposities om ESG-achterblijvers uit te sluiten.

De Beleggingsbeheerder voert de beoordeling uit vanuit een ESG-perspectief (een 'extrafinanciële analyse') op ten minste 90% van de gehele longpositie, zowel voor kern- als tactische beleggingen.

De Beleggingsbeheerder gebruikt daarnaast een 'pass/fail'-test om te bepalen welke beleggingen als duurzaam kunnen worden aangemerkt, wat betekent dat elke deelneming aan alle drie de onderstaande vereisten moet voldoen:

    1. op basis van het in kaart brengen van inkomsten ten opzichte van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN of het hebben van een koolstofemissiedoelstelling die is goedgekeurd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi), draagt het bij aan een milieu- of maatschappelijke doelstelling;
    2. het veroorzaakt geen significante schade aan welke ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstelling dan ook; en
    3. het volgt goede bestuurspraktijken.

Het Fonds past ook de Firmwide Exclusions Policy toe (zie 'Bedrijfsbrede uitsluitingen' in de JHI Responsible Investment Policy), waarin controversiële wapens zijn opgenomen.

De Beleggingsbeheerder kan alleen beleggen in bedrijven die door de hierboven beschreven screens zouden worden uitgesloten als de Beleggingsbeheerder, op basis van diens eigen onderzoek en zoals goedgekeurd door het ESG Oversight Committee, van mening is dat de gegevens van derden die worden gebruikt om de uitsluitingen toe te passen, onvoldoende of onjuist zijn.

De Beleggingsbeheerder kan van mening zijn dat gegevens onvoldoende of onnauwkeurig zijn als het onderzoek van de externe gegevensleverancier bijvoorbeeld achterhaald of vaag is, gebaseerd is op verouderde bronnen of als de beleggingsbeheerder over andere informatie beschikt die aanleiding geeft tot twijfel over de nauwkeurigheid van het onderzoek.

Als de Beleggingsbeheerder de gegevens van derden wil betwisten, wordt de uitdaging voorgelegd aan een multifunctioneel ESG Oversight Committee, dat de 'override' van de gegevens van derden moet ondertekenen.

Als een externe gegevensverstrekker geen onderzoek doet naar een specifieke emittent of uitgesloten activiteit, kan de Beleggingsbeheerder beleggen als die, op basis van diens eigen onderzoek, ervan overtuigd is dat de emittent niet betrokken is bij de uitgesloten activiteit.

JHI heeft MSCI gekozen als primaire informatiebron voor ESG-onderzoek (onderzoek naar ecologische, maatschappelijke en governancefactoren).

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan er een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-gegevens of interne analyse als aanvulling op dat ESG-onderzoek. Dit garandeert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

De JHI Responsible Investment Policy, waarin de Sustainability Risk Policy van JHI is opgenomen, zet de ondernemingsbrede benadering van de ESG-integratieprincipes uiteen, inclusief de verantwoorde beleggingsprincipes van JHI voor succes op lange termijn, onze benaderingen van stewardship en engagement en de basisuitsluitingen die worden toegepast op bedrijven waarin wordt belegd.

B. Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product promoot milieu- of maatschappelijke kenmerken en hoewel het niet als doelstelling heeft om duurzaam te beleggen, zal het een minimumaandeel van 5% duurzame beleggingen met een maatschappelijke en/of milieudoelstelling hebben in economische activiteiten die volgens de EU-taxonomie niet als ecologisch duurzaam kwalificeren.

De Beleggingsbeheerder gebruikt een 'pass/fail'-test, wat betekent dat elke duurzame belegging aan alle drie de onderstaande vereisten moet voldoen:

  1. op basis van het in kaart brengen van inkomsten ten opzichte van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN of het hebben van een koolstofemissiedoelstelling die is goedgekeurd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi), draagt het bij aan een milieu- of maatschappelijke doelstelling;
  2. het veroorzaakt geen significante schade aan welke ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstelling dan ook; en
  3. het volgt goede bestuurspraktijken.

Het Fonds belegt minimaal 5% van het vermogen in duurzame beleggingen in het kader van de beleggingsdoelstelling. Alle duurzame beleggingen worden door de Beleggingsbeheerder beoordeeld of deze voldoen aan de duurzame-beleggingsmethodologie.

De duurzame beleggingen van het Fonds kunnen bijdragen aan het aanpakken van de milieu- en/of maatschappelijke kwesties die zijn vastgelegd in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Een belegging wordt geacht een positieve bijdrage te leveren aan een ecologische of maatschappelijke doelstelling wanneer activiteiten van het bedrijf positief bijdragen aan ecologische en/of maatschappelijke doelstellingen.

Duurzame beleggingen voldoen aan de 'do no significant harm'-vereisten, zoals gedefinieerd door de toepasselijke wet- en regelgeving. Beleggingen die worden beschouwd als beleggingen die aanzienlijke schade veroorzaken, kwalificeren niet als duurzame beleggingen. De Beleggingsbeheerder identificeert beleggingen die een negatieve impact hebben op duurzaamheidsfactoren en significante schade veroorzaken aan de hand van gegevens en/of analyses van derden, waaronder de MSCI ESG Controversies-methodologie.

De Beleggingsbeheerder maakt gebruik van gegevens van derden en/of eigen analyses, waaronder de MSCI ESG Controversies-methodologie, om de belangrijkste negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren te beoordelen zoals uiteengezet in tabel 1 van Bijlage I van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van de Commissie, zoals van tijd tot tijd gewijzigd. Beleggingen waarvan wordt aangenomen dat ze een negatieve impact hebben gehad op duurzaamheidsfactoren en aanzienlijke schade veroorzaken, worden niet beschouwd als duurzame beleggingen.

De MSCI ESG Controversies-methodologie sluit aan op bepaalde belangrijke negatieve indicatoren om specifieke uitsluitingen te creëren. Hoewel de belangrijkste ongunstige indicatoren geen specifieke drempels voor schade bevatten, kunnen zij worden gebruikt om de mogelijk ernstigste schade vast te stellen. Dit kader wordt voortdurend herzien, vooral naarmate de beschikbaarheid en kwaliteit van de gegevens evolueert.

De Beleggingsbeheerder gebruikt gegevens van derden en/of eigen analyses, waaronder de MSCI ESG Controversies-methodologie, om de afstemming op de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-richtlijnen voor bedrijven en mensenrechten te beoordelen. Beleggingen die geacht worden deze principes te hebben geschonden, worden niet beschouwd als duurzame beleggingen. Dit kader wordt voortdurend herzien, vooral naarmate de beschikbaarheid en kwaliteit van de gegevens evolueert.

C. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

Het fonds promoot steun voor de UNGC-principes (met betrekking tot zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling). Het fonds tracht ook beleggingen te vermijden in bepaalde activiteiten die schade kunnen toebrengen aan de menselijke gezondheid of het menselijke welzijn door bindende uitsluitingen toe te passen.

Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

Daarnaast belegt het Fonds minimaal 5% van het vermogen in duurzame beleggingen. Ten behoeve van deze precontractuele informatieverschaffing wordt ingezet kapitaal gedefinieerd als de gecombineerde nettowaarde van posities in individuele aandelen en de marktwaarde van indexderivaten, instrumenten die worden aangehouden voor efficiënt portefeuillebeheer, geldmiddelen en kasequivalenten.

D. Beleggingsstrategie

Dit fonds streeft naar een positief absoluut rendement door gebruik te maken van de wereldwijde aandelenmarkten, en in het bijzonder door de meerderheid te beleggen in het VK.

De bindende elementen van de hieronder beschreven beleggingsstrategie worden geïmplementeerd als uitsluitingsscreens voor de gehele longpositie, zowel voor kernbeleggingen (langetermijnposities op basis van fundamentele overtuigingen) en tactische beleggingen (kortetermijnposities voor handelsdoeleinden) die worden gecodeerd in de compliancemodule van het orderbeheersysteem van de Beleggingsbeheerder, waarbij doorlopend gebruik wordt gemaakt van de diensten van externe gegevensaanbieders. De uitsluitingsscreens worden zowel vóór als na transacties geïmplementeerd, waardoor de subbeleggingsadviseur alle voorgestelde transacties in een uitgesloten effect kan blokkeren en eventuele wijzigingen in de status van beleggingen kan identificeren wanneer gegevens van derden periodiek worden bijgewerkt.

De beleggingsbeheerder beoordeelt de ondernemingen waarin wij beleggen op de naleving van goede governancepraktijken.

De goede bestuurspraktijken van bedrijven waarin wordt belegd, worden beoordeeld voordat er een belegging wordt gedaan en daarna periodiek in overeenstemming met de JHI Responsible Investment Policy, waarin onze Sustainability Risk Policy (het 'Beleid') is opgenomen.

Het Beleid stelt minimumnormen vast aan de hand waarvan de Beleggingsbeheerder bedrijven waarin wordt belegd op doorlopende basis zal evalueren en controleren voordat er een belegging wordt gedaan. Die normen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot degelijke managementstructuren, personeelsrelaties, verloning en naleving van de belastingwetgeving.

De Beleggingsbeheerder gebruikt gegevens van derden en/of eigen analyses, waaronder de MSCI ESG Controversies-methodologie, om de goede bestuurspraktijken van deelnemingen te beoordelen. Een MSCI ESG-rating van BB of hoger is over het algemeen een indicator van goed bestuur. U vindt het Beleid op www.janushenderson.com/esg-governance.

Bovendien heeft de beleggingsbeheerder de beginselen van de VN voor verantwoord beleggen (UNPRI) ondertekend. Als ondertekenaar beoordelen wij ook de goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin wij beleggen aan de hand van de UNPRI, zowel vóór we een belegging doen als periodiek wanneer we een belegging in portefeuille hebben.

E. Verhouding van de beleggingen

Minimaal 10% van het ingezette kapitaal van het financiële product wordt gebruikt om te voldoen aan de ecologische of maatschappelijke kenmerken die het financiële product promoot. Over het algemeen ligt de verwachte bandbreedte tussen 10-50% van het ingezette kapitaal, daar zowel de kernallocatie (langetermijnbeleggingen op basis van fundamentele overtuigingen) als de tactische allocatie (kortetermijnbeleggingen voor handelsdoeleinden) van longposities die duurzame kenmerken bevorderen, gedurende de economische cycli en op de aandelenmarkten zal veranderen.

Andere activa, die niet worden gebruikt om aan de milieu- of maatschappelijke kenmerken te voldoen, kunnen bestaan uit contanten of kasequivalenten, instrumenten die worden aangehouden voor efficiënt portefeuillebeheer, tactische kortetermijnposities, shortposities of het houden van indexderivaten.

F. Monitoring van ecologische of sociale kenmerken

De duurzaamheidsindicatoren die worden gebruikt om te meten of elk van de ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot, ook daadwerkelijk worden behaald, zijn:

  • Algemene Global Compact-nalevingsstatus van de gehele longpositie (bestaande uit zowel kern- als tactische beleggingen)
  • ESG-uitsluitingsscreens toegepast op kernposities – zie 'G. Methodologieën voor ecologische of maatschappelijke kenmerken' hieronder voor meer informatie over uitsluitingen.
  • Gegevensbronnen en -verwerking - zoals verder beschreven onder sectie H.

Het Front Office Controls & Governance-team biedt waar nodig voortdurend de garantie dat we kunnen aantonen dat Beleggingsproducten worden beheerd in overeenstemming met gedocumenteerde duurzaamheidsafspraken als er geen geautomatiseerde controles en/of externe gegevens beschikbaar zijn. Het Financial Risk-team controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor marktrisico's, en integreert het duurzaamheidsrisico in de risicoprofielen. Het Investment Compliance-team voert een uitsluitingsscreen uit en monitort deze doorlopend, in aanvulling op elementen van handmatig toezicht waar relevant.

G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken

De Beleggingsbeheerder gebruikt specifieke screens voor de gehele longpositie (zowel langetermijnbeleggingen op basis van fundamentele overtuigingen als kortetermijnbeleggingen voor handelsdoeleinden) om een aantal van de gepromote kenmerken te bereiken. Om bijvoorbeeld de mitigatie van klimaatverandering te bevorderen, worden er screens toegepast om beleggingen in bepaalde koolstofrijke activiteiten te vermijden. De verwachting is dat dit ertoe zal leiden dat het Fonds een lager koolstofprofiel zal hebben. Een ander voorbeeld is dat om steun voor de UNGC-principes te bevorderen, er screens worden toegepast zodat het Fonds niet belegt in emittenten die de UNGC-principes overtreden op basis van gegevens van derden en/of intern onderzoek.

De Beleggingsbeheerder past screens toe op de gehele longpositie (zowel langetermijnbeleggingen op basis van fundamentele overtuigingen als kortetermijnbeleggingen voor handelsdoeleinden) om directe beleggingen in emittenten uit te sluiten op basis van hun betrokkenheid bij bepaalde activiteiten. Meer specifiek worden emittenten uitgesloten die meer dan 10% van hun omzet behalen uit de extractie van stoomkolen, schalie-energiewinning, oliewinning uit teerzand, of olie- en gasboring of -exploratie in het noordpoolgebied. Emittenten worden ook uitgesloten als wordt verondersteld dat zij niet hebben voldaan aan de principes van het UN Global Compact (die betrekking hebben op zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

De Beleggingsbeheerder past alleen screens toe op de belangrijkste longposities om ESG-achterblijvers uit te sluiten.

De Beleggingsbeheerder voert de beoordeling uit vanuit een ESG-perspectief (een 'extrafinanciële analyse') op ten minste 90% van de gehele longpositie (zowel langetermijnbeleggingen op basis van fundamentele overtuigingen als kortetermijnbeleggingen voor handelsdoeleinden).
Daarnaast houdt het Fonds minimaal 5% van het vermogen aan in duurzame beleggingen. De Beleggingsbeheerder gebruikt een 'pass/fail'-test, wat betekent dat elke deelneming aan alle drie de onderstaande vereisten moet voldoen:

  1. op basis van het in kaart brengen van inkomsten ten opzichte van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN of het hebben van een koolstofemissiedoelstelling die is goedgekeurd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi), draagt het bij aan een milieu- of maatschappelijke doelstelling;
  2. het veroorzaakt geen significante schade aan welke ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstelling dan ook; en
  3. het volgt goede bestuurspraktijken.

Het Fonds past ook de Firmwide Exclusions Policy toe (zie 'Bedrijfsbrede uitsluitingen' in de JHI Responsible Investment Policy), waarin controversiële wapens zijn opgenomen.

De Beleggingsbeheerder kan alleen beleggen in bedrijven die door de hierboven beschreven screens zouden worden uitgesloten als de Beleggingsbeheerder, op basis van diens eigen onderzoek en zoals goedgekeurd door het ESG Oversight Committee, van mening is dat de gegevens van derden die worden gebruikt om de uitsluitingen toe te passen, onvoldoende of onjuist zijn.

De Beleggingsbeheerder kan van mening zijn dat gegevens onvoldoende of onnauwkeurig zijn als het onderzoek van de externe gegevensleverancier bijvoorbeeld achterhaald of vaag is, gebaseerd is op verouderde bronnen of als de beleggingsbeheerder over andere informatie beschikt die aanleiding geeft tot twijfel over de nauwkeurigheid van het onderzoek.

Als de Beleggingsbeheerder de gegevens van derden wil betwisten, wordt de uitdaging voorgelegd aan een multifunctioneel ESG Oversight Committee, dat de 'override' van de gegevens van derden moet ondertekenen.
Als een externe gegevensverstrekker geen onderzoek doet naar een specifieke emittent of uitgesloten activiteit, kan de Beleggingsbeheerder beleggen als die, op basis van diens eigen onderzoek, ervan overtuigd is dat de emittent niet betrokken is bij de uitgesloten activiteit.

H. Databronnen en -verwerking

Het fonds heeft MSCI gekozen als primaire informatiebron voor ESG-onderzoek (onderzoek naar ecologische, sociale en governancefactoren).

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan er een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-gegevens of interne analyse als aanvulling op dat ESG-onderzoek. Dit garandeert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

JHI heeft een gecentraliseerd eigen onderzoeksafstemmingsproces opgebouwd. Het centrale onderzoeksafstemmingsproces stemt gegevens op drie verschillende niveaus op elkaar af: -

  1. Entiteitsniveau;
  2. Positieniveau; en
  3. Fondsniveau.

De research op elkaar kunnen afstemmen en alles in kaart kunnen brengen, zijn twee elementen die cruciaal zijn voor de ESG-methodologie (voor ecologische, sociale en governanceaspecten) van JHI, aangezien wij ons ervan bewust zijn dat een effect de ESG-informatie kan meekrijgen van de emitterende rechtspersoon, terwijl sommige ESG-risico's toch specifiek zijn voor één bepaald instrument.

JHI past een aantal regels toe om de integriteit van de datakwaliteit te waarborgen voor de gegevens die worden ingevoerd in de centrale oplossing die wordt gebruikt om de research op elkaar af te stemmen. De gegevens van JHI die niet correct zijn afgestemd op de definitie van de gegevensverstrekker, worden niet opgenomen in het centrale datawarehouse in de cloud, en er worden uitzonderingen toegevoegd. Die uitzonderingen worden gemonitord en geremedieerd door een centraal ondersteuningsteam. Remediëring omvat onderzoek bij de gegevensverstrekker of interne activiteiten ter ondersteuning van intern beheerde registratiesystemen. Indien nodig wordt de eigenaar van de gegevens die verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de gegevens, via het interne gegevensgovernanceproces op de hoogte gebracht om uitstaande uitzonderingen op te lossen.

JHI ontvangt iedere week automatische datafeeds van externe leveranciers van ESG-gegevens, die worden ingevoerd in een datawarehouse in de cloud.

Sommige gegevens die worden gebruikt om bindende criteria te ondersteunen, zoals ze werden ontvangen van externe gegevensverstrekkers, kunnen geschatte gegevens zijn. Voor posities waarover de externe gegevensverstrekker geen informatie heeft, kan eigen research worden gebruikt. Dat kan gaan van de afstemming van eigen onderzoek met de externe gegevensverstrekker tot een schriftelijke bevestiging van de emitterende entiteit dat die overeenkomt met de bindende criteria. De geschiktheid van het verstrekte bewijs wordt geëvalueerd door een onafhankelijk orgaan bij JHI.

I. Beperkingen van methodologieën en gegevens

Het bereik van de gegevens wordt direct bepaald door het bereik van de onderliggende leverancier van ESG-informatie.

De interne gegevensstructuur van JHI is voldoende flexibel om eigen onderzoeksmateriaal te integreren of evaluaties aan te passen aan toekomstige vereisten.

JHI is zich ervan bewust dat er hiaten zitten in ESG-onderzoek naar niet-traditionele vermogenscategorieën in vergelijking met klassieke vermogenscategorieën zoals aandelen en schuldinstrumenten.

J. Due diligence

De JHI Responsible Investment Policy, waarin JHI's Sustainability Risk Policy is opgenomen, beschrijft de bedrijfsbrede aanpak van ESG-integratie, inclusief JHI's Responsible Investment Principles voor beleggingssucces op de lange termijn, onze aanpak van stewardship en engagement en de basisuitsluitingen die worden toegepast op de ondernemingen waarin wordt belegd. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken.

Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

Elke beleggingsafdeling voert zijn eigen due-diligenceprocessen uit voordat ze beleggingsbeslissingen neemt binnen zijn Artikel 8-fondsen, en maakt daarbij gebruik van interne en externe tools en research.

Het Front Office Controls & Governance-team biedt waar nodig voortdurend de garantie dat we kunnen aantonen dat Beleggingsproducten worden beheerd in overeenstemming met gedocumenteerde duurzaamheidsafspraken als er geen geautomatiseerde controles en/of externe gegevens beschikbaar zijn. Het Financial Risk-team controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor marktrisico's, en integreert het duurzaamheidsrisico in de risicoprofielen. Het Investment Compliance-team zorgt ervoor dat ESG-gerelateerde activiteiten worden beheerd in overeenstemming met wettelijke vereisten en verwachtingen en binnen ons eigen compliancekader.

K. Engagementsbeleid

Naast de bindende elementen van de hierboven beschreven beleggingsstrategie vormt rentmeesterschap een integraal en natuurlijk onderdeel van Janus Henderson's actieve langetermijnbenadering van beleggingsbeheer. Meer informatie over de engagementbenadering van JHI vindt u in de 'ESG Resource Library ' die is gepubliceerd onder de 'ESG Resource Library ’ op de website van Janus Henderson.

De onderneming ondersteunt een aantal codes voor zorgvuldig beheer en bredere initiatieven wereldwijd, en heeft ook de UK Stewardship Code ondertekend.

Janus Henderson heeft een Proxy Voting Committee, dat bepaalt waarop we bij volmacht stemmen over belangrijke kwesties en dat richtlijnen opstelt voor toezicht op het stemproces.De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de teams voor portefeuillebeheer, corporate governance, boekhouding, juridische zaken en compliance.Daarnaast is het Proxy Voting Committee verantwoordelijk voor de monitoring en oplossing van belangenconflicten in verband met het stemmen bij volmacht.

L. Specifieke referentiebenchmark

Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

Belangrijkste nadelige gevolgen (PAI's)
Voor dit product wordt geen rekening gehouden met PAI's.

'Waar de vertaalde versie van deze openbaarmakingstekst verschilt van de Engelse versie, prevaleert de originele Engelse versie'