Duurzame aandelen: Onbalans in olie maakt weg vrij voor groei in EV-toeleveringsketen
De verwachte groei van het aantal elektrische voertuigen (EV) zal waarschijnlijk bijdragen aan het einde van de groeiende vraag naar olie tegen het einde van het decennium. Hamish Chamberlayne onderzoekt de impact op de oliemarkt en de interessante beleggingsmogelijkheden in EV-toeleveringsketens.
6 beknopt artikel
Kernpunten
- Ondanks de huidige terugval in de verkoop van EV's, zal het aandeel elektrische voertuigen op de weg naar verwachting zo sterk toenemen dat het tegen het einde van het decennium een belangrijke bijdrage zal leveren aan het einde van de groeiende vraag naar olie.
- De onbalans tussen vraag en aanbod op de oliemarkt zal waarschijnlijk verergerd worden door overaanbod, wat de olieprijs zou kunnen drukken en een positief scenario zou kunnen creëren voor de elektrificatie van ons transport.
- Dit vormt de basis voor een sterk herstel van de verkoop van elektrische voertuigen wanneer er goedkopere modellen op de markt worden gebracht, waarbij de toeleveringsketen in bredere zin zal profiteren van de toenemende elektrificatie van auto's.
Hoewel er sprake is van een tijdelijke afname in de verkoop van elektrische voertuigen (EV's), duiden voorspellingen op een significante groei van het aantal EV's. Dit zal naar verwachting leiden tot een stabilisatie van de olievraag tegen het einde van dit decennium. Deze verwachte verschuiving zal waarschijnlijk gepaard gaan met een aanzienlijk hoger olieaanbod. Dit kan de oliemarkt uit evenwicht brengen, de elektrificatie van transport bevorderen en interessante beleggingskansen creëeren binnen de bredere EV-toeleveringsketen. De huidige verkoopdip, evenals de interesse in kunstmatige intelligentie (AI), hebben EV's wellicht even uit de schijnwerpers gehaald, maar we zien hier nog altijd een bron van aanzienlijke langetermijnmogelijkheden in de duurzame beleggingsruimte.
Verkoopdip in EV's
Volgens de jaarlijkse Electric Vehicle Outlook (EVO) van BloombergNEF (BNEF) zijn de verkoopverwachtingen voor EV's verlaagd met 6,7 miljoen tot en met 2026. Verder wordt in het EVO-rapport geconstateerd dat, hoewel de afname van de vraag niet in elk land speelt1 en EV's enigszins enige steun krijgen door de opleving van plug-in hybrides (PHEV), slechts een tweetal Scandinavische landen (Noorwegen en Zweden)2 en de staat Californië op schema liggen om de emissies van personenauto's tegen 2050 te elimineren.
De analisten van BNEF wezen erop dat er in sommige markten sprake is van een "aanzienlijke vertraging" en dat veel autofabrikanten als gevolg daarvan hun EV-doelstellingen hebben uitgesteld, waardoor de kans om netto-nul-emissies in het wegtransport te bereiken "snel kleiner wordt".
Ondanks de lagere vraag naar EV's lijkt de sector over het algemeen nog steeds op schema te liggen met de transitie naar elektrisch rijden. Sterker nog, zes van de tien grootste fabrikanten van EV's hebben hun verkopen in de VS zien stijgen van 56% (Hyundai-Kia) tot maar liefst 86% (Ford).3
General Motors lijkt klaar te staan om de opmars van EV's in de VS te leiden, nu de autofabrikant uit Detroit beloofd heeft om een aantal van hun belangrijkste modellen te elektrificeren. Het EV-aanbod van GM zal onder meer bestaan uit de Equinox SUV met een vanafprijs van $ 35.000 en diens tegenhanger, de Blazer ($ 34.500), evenals elektrische versies van de Silverado ($ 96.495) en GMC Sierra ($ 99.495).
Deze groei wordt mede gedreven door het feit dat EV tijdens hun levensduur betaalbaarder kunnen zijn dan voertuigen met een verbrandingsmotor (ICE) als gevolg van lagere brandstof- en onderhoudskosten doordat er motoronderdelen defect kunnen raken.4 De andere aandrijflijn van een EV biedt voordelen die de hogere aanschafkosten in de loop van de tijd kunnen compenseren.5 Uit onderzoek van de Universiteit van Michigan uit 2018 bleek dat de gemiddelde brandstofkosten voor een elektrische auto $ 485 per jaar bedroegen, vergeleken met $ 1.117 voor een auto die rijdt op benzine. Bovendien zullen de prijzen van EV's waarschijnlijk vergelijkbaar worden met die van ICE-voertuigen als de productievolumes toenemen en de accutechnologieën verder ontwikkeld worden.6
Onbalans op de oliemarkten
De voorspelde groei in de verkoop van EV's zou ervoor kunnen zorgen dat de vraag naar olie tegen het einde van het decennium niet langer zal groeien, waarbij het onevenwicht op de oliemarkt verder verergerd zal worden door een verrassende toename van het aanbod.
Volgens de jaarlijkse vooruitzichten op middellange termijn van het Internationaal Energieagentschap (IEA) zal het wereldwijde verbruik "afvlakken" op 105,6 miljoen vaten per dag (4% hoger dan vorig jaar) als gevolg van de stijgende verkoop van EV's en verbeterde brandstofefficiëntie.7
Parallel hieraan merkte het IEA op dat de olieproductiecapaciteit blijft stijgen, waarbij het aanbod tegen 2030 een "duizelingwekkende" acht miljoen vaten per dag hoger zal zijn dan de vraag. Hierdoor zou de wereldwijde onbenutte olieproductiecapaciteit een piek kunnen bereiken die we sinds de COVID-19 lockdowns niet meer hebben gezien, voegde het IEA eraan toe.
In het IEA-rapport wordt geconstateerd dat nu de economische opleving na de pandemie aan kracht verliest, de transitie naar schone energie doorzet en de structuur van de Chinese economie verschuift, de groei van de wereldwijde vraag naar olie afneemt. Stijgende olievoorraden zouden de prijzen tot het einde van het decennium kunnen blijven drukken.
Volgens het IEA zal de wereldwijde vraag naar olie de komende jaren toenemen tot ongeveer 4 miljoen vaten per dag tegen het einde van het decennium. Deze stijging wordt toegeschreven aan de economische groei in landen als India en China en het toegenomen olieverbruik in de luchtvaart- en petrochemische sector.
In ontwikkelde landen zal de dalende trend van het olieverbruik op lange termijn naar verwachting aanhouden en zal dalen van 46 miljoen vaten per dag (vorig jaar) tot 43 miljoen in 2030. Dat zou het laagste olieverbruik zijn sinds 1991. In het rapport wordt ook gesuggereerd dat de vraag naar olie in China tegen het einde van het decennium zal afvlakken op ongeveer 18 miljoen vaten per dag. Verder wordt een verbreding van koolstofgerelateerde belastingen verwacht, waarbij opkomende markteconomieën, waaronder China, hun respectieve nationale koolstofmarkten willen uitbreiden.8 Als de koolstofprijzen daardoor stijgen, kan olie in de loop van de tijd relatief duurder worden dan elektriciteit per afgelegde kilometer.9
Meesurfen op de elektrificatiegolf
Deze heersende en samenkomende trends zijn gunstig voor duurzaam beleggen, vooral in de bredere EV-toeleveringsketen, zoals de mijnbouw, leveranciers van autotechnologie, accufabrikanten en leveranciers van halfgeleiders en systeemoplossingen.
Leveranciers zullen daarnaast profiteren van de toenemende elektrificatie van auto's in het algemeen: ook auto's met een verbrandingsmotor bevatten steeds meer elektronische technologie om ze zuiniger te maken. Simpel gezegd: hoe meer de elektrificatie toeneemt, hoe meer de vraag naar producten van leveranciers toeneemt.
Er is op dit moment sprake van een belangrijke transitie op het gebied van EV's. In 31 landen is een kritieke drempel bereikt: het punt waarop EV's 5 procent van de nieuwe autoverkopen uitmaken.10 Het bereiken van deze mijlpaal duidt op het begin van brede acceptatie, een fase waarna er meestal een snelle verschuiving plaatsvindt in technologische voorkeuren voor EV's, waarvan autofabrikanten en hun toeleveranciers, waaronder bedrijven als TE Connectivity, Aptiv, Texas Instruments en Infineon, mogelijk kunnen meeprofiteren.
Elektrificatie is een belangrijk thema voor beleggers en een thema dat centraal staat in hoe wij duurzaam beleggen benaderen. Het maakt deel uit van een breder beleggingsthema dat we de nexus digitalisering, elektrificatie en decarbonisatie (DED) noemen. Dit thema is relevant in alle delen van de wereldeconomie: we moeten elektrificeren en digitaliseren om koolstofarm te worden.
Hoewel we niet in veel EV-fabrikanten hebben geïnvesteerd, omdat we die markt zien als een vrij drukke met veel concurrentie tussen gevestigde fabrikanten en nieuwkomers, zien we wel veel interessante kansen voor beleggers in de waardeketen: de bedrijven die de faciliterende technologieën produceren. Hier zien we aantrekkelijke waarderingen en seculiere groeitrends op de lange termijn, vergelijkbaar met die in high-performance sectoren zoals computing en AI. Om die redenen hebben we onze blootstelling aan de bredere EV-waardeketen behouden en blijven we enthousiast over de beleggingsmogelijkheden in dit deel van de markt.
1Bloomberg, ‘EV Slowdown Steers the World Further Off Course From Net Zero’
2Nordic Net Zero, The Green Business Opportunity (April 2022)
3Bloomberg, ‘Slowdown in US Electric Vehicle Sales Looks More Like a Blip’
4Milken Institute Review, ‘The Not-So Certain Economics of Electric Vehicles’
5Wereldbank, ‘Electric Vehicles: An Economic and Environmental Win for Developing Countries’
6Universiteit van Michigan, ‘Relative Costs of Driving Electric and Gasoline Vehicles in the Individual US States’ (January 2018)
7Internationaal Energieagentschap, Vooruitzichten middellange termijn (juni 2024)
8Caixin Global, ‘In Depth: China’s Push to Expand Its Carbon Market’
9National Bureau of Economic Research, ‘The Economics of Electric Vehicles’
10Bloomberg, ‘Electric Cars Pass Mass Adoption Tipping Point in 31 Countries’
Opkomende markt: een ontwikkelingsland dat in transitie is naar meer integratie met de wereldeconomie. Dit kan betekenen dat het land vooruitgang boekt in bijvoorbeeld de diepte van en toegang tot obligatie- en aandelenmarkten en de ontwikkeling van moderne financiële en toezichthoudende instellingen.
Klimaatneutraliteit is de mate waarin broeikasgassen die bijdragen aan de opwarming van de aarde, zoals koolstofdioxide (CO2), die in de atmosfeer belanden worden gecompenseerd door het afvangen van deze stoffen uit de atmosfeer.
Verwijzingen naar individuele effecten vormen geen aanbeveling om een effect, beleggingsstrategie of marktsector te kopen, te verkopen of aan te houden, en mogen niet als winstgevend worden beschouwd. Janus Henderson Investors, zijn aangesloten adviseurs of werknemers kunnen een positie in de genoemde effecten hebben.
Er is geen garantie dat trends uit het verleden zich zullen voortzetten of dat prognoses zullen worden gerealiseerd. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Dit zijn de standpunten van de auteur op het moment van publicatie en kunnen verschillen van de standpunten van andere personen/teams bij Janus Henderson Investors. Verwijzingen naar individuele effecten vormen geen aanbeveling om effecten, beleggingsstrategieën of marktsectoren te kopen, verkopen of aan te houden en mogen niet als winstgevend worden beschouwd. Janus Henderson Investors, zijn gelieerde adviseur of zijn medewerkers kunnen een positie hebben in de genoemde effecten.
Resultaten uit het verleden geven geen indicatie over toekomstige rendementen. Alle performancegegevens omvatten inkomsten- en kapitaalwinsten of verliezen maar geen doorlopende kosten en andere fondsuitgaven.
De informatie in dit artikel mag niet worden beschouwd als een beleggingsadvies.
Er is geen garantie dat tendensen uit het verleden zich zullen doorzetten of dat prognoses worden gehaald.
Reclame.
Belangrijke informatie
Lees de volgende belangrijke informatie over fondsen die vermeld worden in dit artikel.
- Aandelen/deelnemingsrechten kunnen snel in waarde dalen en gaan doorgaans gepaard met hogere risico's dan obligaties of geldmarktinstrumenten. Als gevolg daarvan kan de waarde van uw belegging dalen.
- Aandelen van kleine en middelgrote bedrijven kunnen volatieler zijn dan aandelen van grotere bedrijven en kunnen soms moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment en tegen de gewenste prijs, wat het risico op verlies vergroot.
- Als een Fonds een hoge blootstelling heeft aan een bepaald land of een bepaalde geografische regio, loopt het een hoger risico dan een Fonds dat meer gediversifieerd is.
- Dit Fonds kan een bijzonder geconcentreerde portefeuille hebben in vergelijking met zijn beleggingsuniversum of andere fondsen in zijn sector. Een ongunstige gebeurtenis die een impact heeft op slechts een klein aantal participaties zou tot een aanzienlijke volatiliteit of grote verliezen voor het Fonds kunnen leiden.
- Het Fonds hanteert een duurzame beleggingsbenadering, waardoor het overwogen en/of onderwogen kan zijn in bepaalde sectoren en dus anders kan presteren dan fondsen die een vergelijkbare doelstelling hebben maar geen duurzame beleggingscriteria hanteren bij de selectie van effecten.
- Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten om het risico te verminderen of om de portefeuille efficiënter te beheren. Dit gaat echter gepaard met andere risico's, waaronder met name het risico dat een tegenpartij bij derivaten niet in staat is om haar contractuele verplichtingen na te komen.
- Als het Fonds activa houdt in andere valuta's dan de basisvaluta van het Fonds of als u belegt in een aandelenklasse/klasse van deelnemingsrechten in een andere valuta dan die van het Fonds (tenzij afgedekt of 'hedged'), kan de waarde van uw belegging worden beïnvloed door veranderingen in de wisselkoersen.
- Wanneer het Fonds, of een afgedekte aandelenklasse/klasse van deelnemingsrechten, tracht de wisselkoersschommelingen van een valuta ten opzichte van de basisvaluta te beperken, kan de afdekkingsstrategie zelf een positieve of negatieve impact hebben op de waarde van het Fonds vanwege verschillen in de kortetermijnrentevoeten van de valuta's.
- Effecten in het Fonds kunnen moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment of tegen de gewenste prijs, vooral in extreme marktomstandigheden waarin de prijzen van activa kunnen dalen, wat het risico op beleggingsverliezen verhoogt.
- Het Fonds kan geld verliezen als een tegenpartij met wie het Fonds handelt niet bereid of in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen, of als gevolg van een fout in of vertraging van operationele processen of verzuim van een derde partij.
Specifieke risico's
- Aandelen/deelnemingsrechten kunnen snel in waarde dalen en gaan doorgaans gepaard met hogere risico's dan obligaties of geldmarktinstrumenten. Als gevolg daarvan kan de waarde van uw belegging dalen.
- Aandelen van kleine en middelgrote bedrijven kunnen volatieler zijn dan aandelen van grotere bedrijven en kunnen soms moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment en tegen de gewenste prijs, wat het risico op verlies vergroot.
- Het Fonds hanteert een duurzame beleggingsbenadering, waardoor het overwogen en/of onderwogen kan zijn in bepaalde sectoren en dus anders kan presteren dan fondsen die een vergelijkbare doelstelling hebben maar geen duurzame beleggingscriteria hanteren bij de selectie van effecten.
- Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten om het risico te verminderen of om de portefeuille efficiënter te beheren. Dit gaat echter gepaard met andere risico's, waaronder met name het risico dat een tegenpartij bij derivaten niet in staat is om haar contractuele verplichtingen na te komen.
- Als het Fonds activa houdt in andere valuta's dan de basisvaluta van het Fonds of als u belegt in een aandelenklasse/klasse van deelnemingsrechten in een andere valuta dan die van het Fonds (tenzij afgedekt of 'hedged'), kan de waarde van uw belegging worden beïnvloed door veranderingen in de wisselkoersen.
- Wanneer het Fonds, of een afgedekte aandelenklasse/klasse van deelnemingsrechten, tracht de wisselkoersschommelingen van een valuta ten opzichte van de basisvaluta te beperken, kan de afdekkingsstrategie zelf een positieve of negatieve impact hebben op de waarde van het Fonds vanwege verschillen in de kortetermijnrentevoeten van de valuta's.
- Effecten in het Fonds kunnen moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment of tegen de gewenste prijs, vooral in extreme marktomstandigheden waarin de prijzen van activa kunnen dalen, wat het risico op beleggingsverliezen verhoogt.
- Het Fonds kan geld verliezen als een tegenpartij met wie het Fonds handelt niet bereid of in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen, of als gevolg van een fout in of vertraging van operationele processen of verzuim van een derde partij.
- Het Fonds volgt een groeibeleggingsstijl met een voorkeur voor bepaalde soorten bedrijven. Daardoor is het mogelijk dat het Fonds in aanzienlijke mate minder goed of beter presteert dan de bredere markt.