Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website Status under the EU Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) - Global Tech Innovation Fund - Janus Henderson Investors
Voor financiële professionals in Nederland

Status onder de EU Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) - Global Tech Innovation Fund

Janus Henderson Global Technology and Innovation Fund

A. Samenvatting

Het Fonds is gecategoriseerd als een Fonds dat voldoet aan de bepalingen voor openbaarmaking van artikel 8 van de SFDR, als een product dat ecologische en/of maatschappelijke kenmerken bevordert en belegt in bedrijven met goede governancepraktijken.

Het Fonds promoot de volgende ecologische en/of sociale kenmerken: ​–​

  • Vermijden van bedrijfsemittenten met de slechtste ESG-ratings.
  • Steun voor de UNGC-principes (met betrekking tot zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

Dit Fonds streeft naar kapitaalgroei op de lange termijn door ten minste 80% van zijn intrinsieke waarde te beleggen in aandelen (ook wel bedrijfsaandelen genoemd) die zich overal ter wereld bevinden en die zijn geselecteerd op basis van hun groeipotentieel.

De hieronder beschreven bindende elementen van de beleggingsstrategie die als screenings worden geïmplementeerd, worden voortdurend gecodeerd in de compliancemodule van een orderbeheersysteem dat gebruikmaakt van externe gegevensleverancier(s). De uitsluitingsscreenings worden zowel vóór als na de handel geïmplementeerd, waardoor alle voorgestelde transacties in een uitgesloten effect kunnen worden geblokkeerd en eventuele wijzigingen in de status van posities kunnen worden geïdentificeerd wanneer gegevens van derden periodiek worden bijgewerkt.

De subbeleggingsadviseur zal:

  • Screenings toepassen om ervoor te zorgen dat van de portefeuille die belegd is in bedrijfsemittenten van schuldeffecten, ten minste 80% een ESG-risicobeoordeling van BB of hoger heeft (door MSCI – www.msci.com. of gelijkwaardig).
  • Om het draagvlak voor de UNGC Principes te bevorderen worden er screenings toegepast zodat het Fonds niet belegt in emittenten die de UNGC Principes schenden op basis van gegevens van derden en/of intern onderzoek.

Het Fonds past ook het Bedrijfsbrede uitsluitingsbeleid toe, dat controversiële wapens omvat.

Voor het doel van de AMF-doctrine is de niet-financiële analyse of rating hoger dan:

  1. 90% voor aandelen die zijn uitgegeven door largecapbedrijven met hoofdkantoor in een 'ontwikkeld' land, schuldeffecten en geldmarktinstrumenten met een hoogwaarde kredietrating, overheidsobligaties uitgegeven door ontwikkelde landen;
  2. 75% voor aandelen uitgegeven door largecapbedrijven met hoofdkantoor in een 'groeiland', aandelen uitgegeven door small- en midcapbedrijven, schuldinstrumenten en geldmarktinstrumenten met een hoogrentende kredietrating en overheidsobligaties uitgegeven door 'groeilanden'.

De subbeleggingsadviseur kan posities in het Fonds opnemen die, op basis van externe gegevens of screenings, niet aan de bovenstaande criteria lijken te voldoen, waarbij de subbeleggingsadviseur van mening is dat de gegevens van derden mogelijk onvoldoende of onnauwkeurig zijn.

JHI heeft MSCI gekozen als primaire informatiebron voor ESG-onderzoek (onderzoek naar ecologische, maatschappelijke en governancefactoren).

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan er een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-gegevens of interne analyse als aanvulling op dat ESG-onderzoek. Dit garandeert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

Het ESG-beleggingsbeleid van JHI, waarin het duurzaamheidsrisicobeleid van JHI is opgenomen, zet de ondernemingsbrede benadering van de ESG-integratieprincipes uiteen, inclusief de verantwoorde beleggingsprincipes van JHI voor succes op lange termijn, onze benaderingen van rentmeesterschap en betrokkenheid en de basisuitsluitingen die worden toegepast op bedrijven waarin wordt belegd.

B. Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft duurzaam beleggen niet als doel.

C. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

Het Fonds promoot de volgende ecologische en/of sociale kenmerken: ​–​

  • Vermijden van bedrijfsemittenten met de slechtste ESG-ratings.
  • Steun voor de UNGC-principes (met betrekking tot zaken zoals mensenrechten, arbeid, corruptie en milieuvervuiling).

Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

D. Beleggingsstrategie

Dit Fonds streeft naar kapitaalgroei op de lange termijn door ten minste 80% van zijn intrinsieke waarde te beleggen in aandelen (ook wel bedrijfsaandelen genoemd) die zich overal ter wereld bevinden en die zijn geselecteerd op basis van hun groeipotentieel.

De relevante Subbeleggingsadviseur selecteert bedrijven waarvan hij denkt dat ze aanzienlijk zullen profiteren van technologische vooruitgang of verbeteringen.

Dit zijn over het algemeen:

  • bedrijven waarvan de relevante Subbeleggingsadviseur denkt dat ze producten, processen of diensten ontwikkelen of zullen ontwikkelen die aanzienlijke technologische vooruitgang of verbeteringen zullen opleveren; of
  • bedrijven waarvan de betreffende Subbeleggingsadviseur meent dat ze in verband met hun activiteiten of diensten in grote mate afhankelijk zijn van technologie, zoals maar niet beperkt tot bedrijven die medische producten en diensten, apparatuur en diensten op het gebied van alternatieve energie, of geavanceerde industriële producten aanbieden.

Het Fonds wordt actief beheerd ten opzichte van de MSCI All Country World Index Technology Index, die in grote lijnen representatief is voor de bedrijven waarin het kan beleggen.

De subbeleggingsadviseur hanteert doorgaans een “bottom-up”-benadering bij het opbouwen van portefeuilles. Het Fonds volgt een beleggingsstrategie waarbij bedrijven voornamelijk worden beoordeeld op basis van hun eigen fundamentele kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken. Deze benadering berust op de overtuiging dat sommige bedrijven inherente sterke punten hebben voor het creëren van aandeelhouderswaarde in de loop van de tijd, betere vooruitzichten hebben dan hun branchegenoten en daarom zelfs in uitdagende industriële en economische omstandigheden beter zouden moeten presteren. Het doel van een fundamentele beleggingsbenadering is het identificeren van en beleggen in dergelijke bedrijven.

Beleggers moeten dit gedeelte lezen in samenhang met de beleggingsstrategie van het Fonds (zoals uiteengezet in het supplement voor het Fonds onder de titel 'Beleggingsdoelstelling en -beleid').

De hieronder beschreven bindende elementen van de beleggingsstrategie die als screenings worden geïmplementeerd, worden voortdurend gecodeerd in de compliancemodule van een orderbeheersysteem dat gebruikmaakt van externe gegevensleverancier(s). De uitsluitingsscreenings worden zowel vóór als na de handel geïmplementeerd, waardoor alle voorgestelde transacties in een uitgesloten effect kunnen worden geblokkeerd en eventuele wijzigingen in de status van posities kunnen worden geïdentificeerd wanneer gegevens van derden periodiek worden bijgewerkt.

E. Verhouding van de beleggingen

Minimaal 80% van de beleggingen van het financiële product wordt gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het fonds promoot.

Andere activa, die niet worden gebruikt om aan de ecologische of sociale kenmerken te voldoen, kunnen contanten of kasequivalenten omvatten, naast instrumenten die worden aangehouden met het oog op efficiënt portefeuillebeheer en/of beleggingsdoeleinden, bijvoorbeeld tijdelijke posities in indexderivaten.

F. Monitoring van ecologische of sociale kenmerken

De duurzaamheidsindicatoren die worden gebruikt om te meten of elk van de ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot, ook daadwerkelijk worden behaald, zijn:

80% van de bedrijfsemittenten heeft een rating van BB of hoger.
Algemene UNGC-compliancestatus

G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken

De subbeleggingsadviseur zal:

  • Screenings toepassen om ervoor te zorgen dat van de portefeuille die belegd is in bedrijfsemittenten van schuldeffecten, ten minste 80% een ESG-risicobeoordeling van BB of hoger heeft (door MSCI – www.msci.com. of gelijkwaardig).
  • Om het draagvlak voor de UNGC Principes te bevorderen worden er screenings toegepast zodat het Fonds niet belegt in emittenten die de UNGC Principes schenden op basis van gegevens van derden en/of intern onderzoek.

Het Fonds past ook het Bedrijfsbreed uitsluitingsbeleid (het “Bedrijfsbreed uitsluitingsbeleid”) toe, dat controversiële wapens omvat, zoals beschreven in het Prospectusgedeelte met als titel “Beleggingsbeperkingen”.

De subbeleggingsadviseur kan posities in het Fonds opnemen die, op basis van externe gegevens of screenings, niet aan de bovenstaande criteria lijken te voldoen, waarbij de subbeleggingsadviseur van mening is dat de gegevens van derden mogelijk onvoldoende of onnauwkeurig zijn.

H. Databronnen en -verwerking

Het fonds heeft MSCI gekozen als primaire informatiebron voor ESG-onderzoek (onderzoek naar ecologische, sociale en governancefactoren).

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan er een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-gegevens of interne analyse als aanvulling op dat ESG-onderzoek. Dit garandeert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

JHI heeft een gecentraliseerd, eigen proces opgebouwd om de research op elkaar af te stemmen. Het centrale afstemmingsproces voor de research stemt de gegevens op drie verschillende niveaus op elkaar af:

  1. Entiteitsniveau;
  2. Positieniveau; en
  3. Fondsniveau.

De research op elkaar kunnen afstemmen en alles in kaart kunnen brengen, zijn twee elementen die cruciaal zijn voor de ESG-methodologie (voor ecologische, sociale en governanceaspecten) van JHI, aangezien wij ons ervan bewust zijn dat een effect de ESG-informatie kan meekrijgen van de emitterende rechtspersoon, terwijl sommige ESG-risico's toch specifiek zijn voor één bepaald instrument.

JHI past een aantal regels toe om de integriteit van de datakwaliteit te waarborgen voor de gegevens die worden ingevoerd in de centrale oplossing die wordt gebruikt om de research op elkaar af te stemmen. De gegevens van JHI die niet correct zijn afgestemd op de definitie van de gegevensverstrekker, worden niet opgenomen in het centrale datawarehouse in de cloud, en er worden uitzonderingen toegevoegd. Die uitzonderingen worden gemonitord en geremedieerd door een centraal ondersteuningsteam. Remediëring omvat onderzoek bij de gegevensverstrekker of interne activiteiten ter ondersteuning van intern beheerde registratiesystemen. Indien nodig wordt de eigenaar van de gegevens die verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de gegevens, via het interne gegevensgovernanceproces op de hoogte gebracht om uitstaande uitzonderingen op te lossen. JHI ontvangt iedere week automatische datafeeds van externe leveranciers van ESG-gegevens, die worden ingevoerd in een datawarehouse in de cloud.

Sommige gegevens die worden gebruikt om bindende criteria te ondersteunen, zoals ze werden ontvangen van externe gegevensverstrekkers, kunnen geschatte gegevens zijn. Voor posities waarover de externe gegevensverstrekker geen informatie heeft, kan eigen research worden gebruikt. Dat kan gaan van de afstemming van eigen onderzoek met de externe gegevensverstrekker tot een schriftelijke bevestiging van de emitterende entiteit dat die overeenkomt met de bindende criteria. De geschiktheid van het verstrekte bewijs wordt geëvalueerd door een onafhankelijk orgaan bij JHI.

I. Beperkingen van methodologieën en gegevens

Het bereik van de gegevens wordt direct bepaald door het bereik van de onderliggende leverancier van ESG-informatie.

De interne gegevensstructuur van JHI is voldoende flexibel om eigen onderzoeksmateriaal te integreren of evaluaties aan te passen aan toekomstige vereisten.

JHI is zich ervan bewust dat er hiaten zitten in ESG-onderzoek naar niet-traditionele vermogenscategorieën in vergelijking met klassieke vermogenscategorieën zoals aandelen en schuldinstrumenten.

J. Due diligence

Het ESG-beleggingsbeleid van JHI, waarin het duurzaamheidsrisicobeleid van JHI is opgenomen, zet de bedrijfsbrede benadering van de ESG-integratieprincipes uiteen, inclusief de verantwoorde beleggingsprincipes van JHI voor succes op lange termijn, onze benaderingen van rentmeesterschap en betrokkenheid en de basisuitsluitingen die worden toegepast op bedrijven waarin wordt belegd. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken. Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

Elke beleggingsafdeling voert zijn eigen due-diligenceprocessen uit voordat ze beleggingsbeslissingen neemt binnen zijn Artikel 8-fondsen, en maakt daarbij gebruik van interne en externe tools en research. Het Front Office Controls & Governance-team biedt voortdurende zekerheid dat afstemming met gedocumenteerde duurzaamheidsverplichtingen waarbij geautomatiseerde controles en/of gegevens van derden niet beschikbaar zijn, kan worden aangetoond. Het team Financial Risk controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor de marktrisico's, en integreert het duurzaamheidsrisico in de risicoprofielen. Investment Compliance maakt dat ESG-gerelateerde activiteiten in overeenstemming met de wettelijke eisen en verwachtingen worden beheerd en dat ze binnen ons compliancekader worden bekeken.

K. Engagementsbeleid

Naast de eerder beschreven bindende elementen van de beleggingsstrategie vormt zorgvuldig beheer een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de actieve langetermijnbenadering van beleggingsbeheer die Janus Henderson voorstaat. Details over de manier waarop JHI met engagement omgaat, vindt u in het ESG-beleggingsbeleid, dat te vinden is in de 'ESG Resource Library' op de website van Janus Henderson.

De onderneming ondersteunt een aantal codes voor zorgvuldig beheer en bredere initiatieven wereldwijd, en heeft ook de UK Stewardship Code ondertekend.

Janus Henderson heeft een Proxy Voting Committee, dat bepaalt waarop we bij volmacht stemmen over belangrijke kwesties en dat richtlijnen opstelt voor toezicht op het stemproces.De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de teams voor portefeuillebeheer, corporate governance, boekhouding, juridische zaken en compliance.Daarnaast is het Proxy Voting Committee verantwoordelijk voor de monitoring en oplossing van belangenconflicten in verband met het stemmen bij volmacht.

L. Specifieke referentiebenchmark

Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn ecologische of sociale kenmerken te bereiken.

Belangrijkste nadelige gevolgen (PAI)

Per 29 december 2023 worden PAI’s op productniveau beschouwd.1 De onderstaande tabel laat zien waar PAI wordt gezien door het gebruik van uitsluitingsschermen:

Ongunstigeduurzaamheidsindicator Metriek Hoe wordt rekening gehouden met PAI's?
Maatschappelijke en personeelsthema's Aandeel van beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn bij de productie of de verkoop van controversiële wapens Blootstelling aan controversiële wapens (antipersoonsmijnen, clustermunitie, chemische wapens en biologische wapens) Uitsluitende screening
  Schendingen van de principes van het UN Global Compact en de richtsnoeren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationals Aandeel van beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn geweest bij schendingen van de principes van het UNGC of de OESO-richtsnoeren voor multinationals. Uitsluitende screening


1Dit was van kracht vanaf 29 december 2023 en de periodieke rapportage begint vanaf 31 december 2023 vanwege wettelijke vereisten, voor de eerste referentieperiode vanaf 29 december 2023.

'Waar de vertaalde versie van deze openbaarmakingstekst verschilt van de Engelse versie, prevaleert de originele Engelse versie'