Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website Status volgens de Europese verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR) – Horizon Global Sustainable Equity Fund - Janus Henderson Investors
Voor financiële professionals in Nederland

Status under the EU Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) - Horizon Global Sustainable Equity Fund

A. Samenvatting

Het Fonds wordt gecategoriseerd als een Fonds dat voldoet aan de bepalingen van artikel 9 van de SFDR als een product dat duurzaam beleggen als doelstelling heeft.

De beleggingsdoelstelling van het fonds is gericht op vermogensgroei op lange termijn door te beleggen in ondernemingen die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame wereldeconomie door middel van ecologische en sociale thema's zoals schonere energie, waterbeheer en duurzaam transport. Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn duurzame beleggingsdoelstelling te behalen.

De Bbeleggingsbeheerder gebruikt selectiecriteria om ervoor te zorgen garanderen dat het Ffonds alleen belegt in bedrijven ondernemingen die ten minste 50% van hun huidige of toekomstige verwachte inkomsten omzet halen uit goederen en diensten binnen de duurzame ontwikkelingsthema's van de Bbeleggingsbeheerder, zoals hieronder uiteengezet: -

Thema's voor duurzame ontwikkeling 
Efficiëntie Duurzaam vastgoed & financiën
Schonere energie Veiligheid
Waterbeheer Levenskwaliteit
Milieudiensten Kennis en technologie
Duurzaam transport Gezondheid

 

  • Koolstof - Koolstofintensiteit Scope 1 & 2
  • Koolstof – Koolstofvoetafdruk Scope 1&2
  • Algemene UNGC-compliancestatus
  • ESG-uitsluitingsscreenings - zie “G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken?” hierna voor meer informatie over de uitsluitingen

Bijzonderheden over waarom de duurzame beleggingen geen significante schade toebrengen aan ecologische of sociale doelstellingen voor duurzaam beleggen, en het beleid om de goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin wij beleggen, te beoordelen, vindt u hierna.

Het ESG-beleggingsbeleid van JHI, waarin het Duurzaamheidsrisicobeleid van JHI is opgenomen, zet de bedrijfsbrede ESG-integratieprincipes, verantwoorde beleggingsprincipes en basisuitsluitingen uiteen die worden toegepast op bedrijven waarin wordt belegd. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken. Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

Het fonds maakt gebruik van zowel interne bronnen als externe leveranciers van research en informatie. De interne bronnen zijn onder meer gespecialiseerde duurzaamheidsanalisten van het beleggingsteam en het centrale ESG-researchteam van Janus Henderson.

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-onderzoek of interne research ter aanvulling van dat ESG-onderzoek. Dat verzekert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

Een belegging wordt pas als duurzame belegging beschouwd als deze aan alle drie onderstaande eisen voldoet:

  1. op basis van het in kaart brengen van de opbrengsten naar de thema's van de Beleggingsbeheerder, draagt het bij aan een ecologische of sociale doelstelling;
  2. het veroorzaakt geen significante schade aan welke ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstelling dan ook; en
  3. het volgt goede bestuurspraktijken.

Het beleggingsuniversum van het Fonds wordt bepaald door de toepassing van bindende positieve screeningscriteria, die zijn gebaseerd op de eerder vermelde duurzame beleggingsthema's van de Beleggingsbeheerder. De beleggingsbeheerder gebruikt een eigen methodologie om te verzekeren dat de ondernemingen waarin het fonds belegt, minstens 50% van hun huidige of toekomstige verwachte inkomsten halen uit goederen en diensten die zijn afgestemd op die duurzaamheidsthema's en heeft, zoals eerder vermeld, een proces ingesteld om te bepalen of zijn duurzame beleggingen geen significante schade berokkenen aan andere relevante ecologische of sociale doelstellingen.

De beleggingsbeheerder streeft naar een koolstofvoetafdruk en een koolstofintensiteit die minstens 20% onder die van de MSCI World Index liggen.

Bovendien screent de Beleggingsbeheerder het beleggingsuniversum om directe beleggingen in bedrijfsemittenten uit te sluiten op basis van hun betrokkenheid bij bepaalde activiteiten. Uitgevende instellingen worden met name uitgesloten als zij meer dan 5% van hun inkomsten halen uit de productie van alcohol, de winning en raffinage van fossiele brandstoffen, de opwekking van energie uit fossiele brandstoffen*, niet-medische dierproeven, bewapening, bont, gokken, zorgwekkende chemicaliën, genetische manipulatie. , pornografie, intensieve landbouw, tabak, kernenergie en vlees- en zuivelproductie.

Het Fonds houdt rekening met de belangrijkste negatieve gevolgen (PAI's) via uitsluitingsscreenings, zoals beschreven in deel M hieronder.

Het Fonds past ook het Bedrijfsbrede Uitsluitingsbeleid toe (het “Bedrijfsbrede Uitsluitingsbeleid”), dat controversiële wapens omvat, zoals beschreven in het Prospectus.

* De Beleggingsbeheerder kan beleggen in emittenten die stroom opwekken uit aardgas als de strategie van de emittent een transitie naar duurzame energieopwekking inhoudt en zij een koolstofintensiteit hebben die aansluit bij het scenario waarin de opwarming van de aarde wordt beperkt tot twee graden boven het pre-industriële niveau. Als de koolstofintensiteit van de emittent niet kan worden bepaald, mag de Beleggingsbeheerder beleggen als niet meer dan 10% van de inkomsten van de emittent afkomstig is uit de elektriciteitsopwekking uit fossiele brandstoffen, inclusief aardgas. 

B. Geen ernstige afbreuk aan de duurzame beleggingsdoelstelling

De beleggingsbeheerder gebruikt een aantal bronnen/methodes om rekening te houden met de verplichte indicatoren voor belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren ('PAI's') volgens de EU-verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR), om te bepalen of zijn duurzame beleggingen geen wezenlijke schade toebrengen aan relevante ecologische of sociale doelstellingen. Naargelang de indicator gebruikt de beleggingsbeheerder een of meer van de volgende benaderingen:

De activiteiten en gerapporteerde cijfers van alle onderliggende beleggingen worden gescreend op basis van de criteria voor significante schade die JHI heeft vastgesteld met verwijzing naar de relevante verplichte PAI's die in het kader van de SFDR zijn bepaald, afhankelijk van de prestaties van de onderneming ten opzichte van eigen, voorafbepaalde uitsluitingscriteria (die kwantitatief of kwalitatief kunnen zijn).

Operationele ESG-beoordeling - bedrijfsspecifieke ESG-thema's worden vastgesteld, en hun globale blootstelling aan wezenlijke effecten en risico's wordt geëvalueerd op basis van wat er wordt gedaan om die risico's op te lossen.

C. Duurzame beleggingsdoelstelling van het financiële product

De beleggingsdoelstelling van het fonds is gericht op vermogensgroei op lange termijn door te beleggen in ondernemingen die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame wereldeconomie door middel van ecologische en sociale thema's zoals schonere energie, waterbeheer en duurzaam transport. Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn duurzame beleggingsdoelstelling te behalen.

D. Beleggingsstrategie

Dit fonds streeft naar kapitaalgroei via beleggingen in de wereldwijde aandelenmarkt en in het bijzonder door een blootstelling te nemen aan ondernemingen waarvan de producten en diensten een positieve impact hebben op het milieu of de maatschappij, en op die manier bijdragen tot de ontwikkeling van een duurzame wereldeconomie. Elke belegger dient dit hoofdstuk te lezen in combinatie met de beleggingsstrategie van het fonds (zoals vermeld in het hoofdstuk 'Fondsen' van het prospectus).

De bindende elementen van de beleggingsstrategie die we hierna beschrijven, worden permanent uitgevoerd als screenings met het oog op uitsluiting binnen het orderbeheersysteem van de beleggingsbeheerder, of anderszins geïntegreerd in het beleggingsselectie- en -monitoringproces, waarbij gebruik wordt gemaakt van een of meer externe gegevensverstrekkers en eigen, intern onderzoek.

Er worden periodieke deskreviews uitgevoerd om na te gaan dat er voldoende onderzoek is gedaan en gedocumenteerd om aan te tonen dat emittenten correct werden toegekend aan de duurzame beleggingsthema's van de Beleggingsbeheerder, inclusief eventuele relevante inkomstendrempels.

De beleggingsbeheerder beoordeelt de ondernemingen waarin wij beleggen op de naleving van goede governancepraktijken.

De goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin we beleggen, worden onderzocht vóór we erin beleggen en daarna ook nog periodiek conform het beleid inzake duurzaamheidsrisico's ('beleid').

Het beleid stelt minimumnormen voorop op basis waarvan de beleggingsbeheerder de ondernemingen waarin wij beleggen, permanent beoordeelt en opvolgt alvorens te beleggen. Die normen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot degelijke managementstructuren, personeelsrelaties, personeelslonen en naleving van de belastingwetgeving. De beleggingsbeheerder hecht bijzonder belang aan de evaluatie van de bedrijfscultuur, de waarden, de bedrijfsstrategie, de samenstelling en diversiteit van de raad van bestuur, fiscale transparantie, audit, controles en verloning. Algemeen aanvaarde normen inzake deugdelijk bestuur kunnen waar gepast naar goeddunken van de beleggingsbeheerder worden aangepast voor kleinere organisaties of om rekening te houden met de lokale governancenormen.

Het beleid is opgenomen in het ESG-beleggingsbeleid van Janus Henderson, dat u op de website www.janushenderson.com kunt vinden onder de rubriek “Over ons – Milieu, Maatschappij en Governance (ESG)

Bovendien heeft de beleggingsbeheerder de beginselen van de VN voor verantwoord beleggen (UNPRI) ondertekend. Als ondertekenaar beoordelen wij ook de goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin wij beleggen aan de hand van de UNPRI, zowel vóór we een belegging doen als periodiek wanneer we een belegging in portefeuille hebben.

E. Verhouding van de beleggingen

Minimaal 90% van de beleggingen van het financiële product zal naar verwachting voldoen aan de duurzame beleggingsdoelstelling van het financiële product. Hoewel de beleggingsbeheerder geen specifieke allocatie beoogt, wordt verwacht dat minstens 25% zal worden belegd in duurzame beleggingen met een ecologisch doel en 25% in duurzame beleggingen met een sociale doelstelling.

De overige beleggingen, die als 'niet duurzaam' zijn aangemerkt, zijn bijvoorbeeld cash of kasequivalenten, naast instrumenten die worden aangehouden met het oog op efficiënt portefeuillebeheer, zoals tijdelijk aangehouden indexderivaten.

Alle beleggingen van het financiële product die worden gebruikt om te voldoen aan de ecologische en/of sociale kenmerken die het financiële product promoot, zijn directe beleggingen.

F. Monitoring duurzame beleggingsdoelstelling

  1. De Bbeleggingsbeheerder gebruikt selectiecriteria om ervoor te zorgen garanderen dat het Ffonds alleen belegt in bedrijven ondernemingen die ten minste 50% van hun huidige of toekomstige verwachte inkomsten omzet halen uit goederen en diensten binnen de duurzame ontwikkelingsthema's van de Bbeleggingsbeheerder, zoals hieronder uiteengezet:
  • Efficiëntie
  • Schonere energie
  • Waterbeheer
  • Milieudiensten
  • Duurzaam transport
  • Duurzaam vastgoed & financiën
  • Veiligheid
  • Levenskwaliteit
  • Kennis en technologie
  • Gezondheid
  1. Koolstof - Koolstofintensiteit Scope 1 & 2
  2. Koolstof – Koolstofvoetafdruk Scope 1&2
  3. Algemene UNGC-compliancestatus
  4. ESG-uitsluitingsscreenings - zie 'G. Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken?' hierna voor meer informatie over de uitsluitingen

Bijzonderheden over waarom de duurzame beleggingen geen significante schade toebrengen aan ecologische of sociale doelstellingen voor duurzaam beleggen, en het beleid om de goede governancepraktijken van de ondernemingen waarin wij beleggen, te beoordelen, vindt u hierna.

Het ESG-beleggingsbeleid van JHI, waarin het Duurzaamheidsrisicobeleid van JHI is opgenomen, zet de bedrijfsbrede ESG-integratieprincipes, verantwoorde beleggingsprincipes en basisuitsluitingen uiteen die worden toegepast op bedrijven waarin wordt belegd. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken. Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

Elke beleggingsafdeling voert zijn eigen due-diligenceprocessen uit voordat ze beleggingsbeslissingen neemt binnen zijn artikel 9-fondsen, en maakt daarbij gebruik van interne en externe tools en research. Het team Front Office Controls & Governance verzekert voortdurend dat de beleggingsproducten worden beheerd in overeenstemming met de gedocumenteerde duurzaamheidsverbintenissen. Het team Financial Risk controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor de marktrisico's, en integreert het duurzaamheidsrisico in de risicoprofielen. Investment Compliance voert een uitsluitingsscreening uit en volgt die permanent op, en houdt waar nodig ook manueel toezicht.

G. Methodologieën

Het beleggingsuniversum van het fonds wordt bepaald door de toepassing van positieve screeningscriteria, die zijn gebaseerd op de eerder vermelde duurzame beleggingsthema's van de vermogensbeheerder. De beleggingsbeheerder gebruikt een eigen methodologie om te verzekeren dat de ondernemingen waarin het fonds belegt, minstens 50% van hun huidige of toekomstige verwachte inkomsten halen uit goederen en diensten die zijn afgestemd op die duurzaamheidsthema's en heeft, zoals eerder vermeld, een proces ingesteld om te bepalen of zijn duurzame beleggingen geen significante schade berokkenen aan andere relevante ecologische of sociale doelstellingen.

De beleggingsbeheerder streeft naar een koolstofvoetafdruk en een koolstofintensiteit die minstens 20% onder die van de MSCI World Index liggen.

Bovendien screent de Beleggingsbeheerder het beleggingsuniversum om directe beleggingen in bedrijfsemittenten uit te sluiten op basis van hun betrokkenheid bij bepaalde activiteiten. Uitgevende instellingen worden met name uitgesloten als zij meer dan 5% van hun inkomsten halen uit de productie van alcohol, de winning en raffinage van fossiele brandstoffen, de opwekking van energie uit fossiele brandstoffen*, niet-medische dierproeven, bewapening, bont, gokken, zorgwekkende chemicaliën, genetische manipulatie. , pornografie, intensieve landbouw, tabak, kernenergie en vlees- en zuivelproductie. Het fonds past ook het bedrijfsbrede uitsluitingsbeleid toe, dat ook betrekking heeft op controversiële wapens, zoals uiteengezet in paragraaf 10.15 van het hoofdstuk 'Beleggingsbeperkingen' in het prospectus. De beleggingsbeheerder verwacht dat de negatieve screening het beleggingsuniversum van het fonds met minstens 20% zal verkleinen.

De beleggingsbeheerder kan in het fonds posities opnemen die op basis van informatie of screenings van externe partijen niet blijken te voldoen aan de bovengenoemde criteria indien de beleggingsbeheerder van mening is dat de extern verkregen gegevens ontoereikend of onjuist zijn.

*De Beleggingsbeheerder kan beleggen in emittenten die stroom opwekken uit aardgas als de strategie van de emittent een transitie naar duurzame energieopwekking inhoudt en zij een koolstofintensiteit hebben die aansluit bij het scenario waarin de opwarming van de aarde wordt beperkt tot twee graden boven het pre-industriële niveau. Als de koolstofintensiteit van de emittent niet kan worden bepaald, mag de Beleggingsbeheerder beleggen als niet meer dan 10% van de inkomsten van de emittent afkomstig is uit de elektriciteitsopwekking uit fossiele brandstoffen, inclusief aardgas.

H. Databronnen en -verwerking

Het fonds maakt gebruik van zowel interne bronnen als externe leveranciers van research en informatie. De interne bronnen zijn onder meer gespecialiseerde duurzaamheidsanalisten van het beleggingsteam en het centrale ESG-researchteam van Janus Henderson.

Als er lacunes in de dekking worden vastgesteld, kan een beroep worden gedaan op verkopers van ESG-onderzoek of interne research ter aanvulling van dat ESG-onderzoek. Dat verzekert dat er consistente gegevens en methodologieën worden gebruikt met een ESG-maatstaf per type effect, waardoor ze gedurende het proces van de portefeuilleopbouw correct kunnen worden vergeleken.

JHI heeft een gecentraliseerd, eigen proces opgebouwd om de research op elkaar af te stemmen. Het centrale afstemmingsproces voor de research stemt de gegevens op drie verschillende niveaus op elkaar af.

  1. Entiteitsniveau;
  2. Positieniveau; en
  3. Fondsniveau.

De research op elkaar kunnen afstemmen en alles in kaart kunnen brengen, zijn twee elementen die cruciaal zijn voor de ESG-methodologie (voor ecologische, sociale en governanceaspecten) van JHI, aangezien wij ons ervan bewust zijn dat een effect de ESG-informatie kan meekrijgen van de emitterende rechtspersoon, terwijl sommige ESG-risico's toch specifiek zijn voor één bepaald instrument.

JHI past een aantal regels toe om de integriteit van de datakwaliteit te waarborgen voor de gegevens die worden ingevoerd in de centrale oplossing die wordt gebruikt om de research op elkaar af te stemmen. De gegevens van JHI die niet correct zijn afgestemd op de definitie van de gegevensverstrekker, worden niet opgenomen in het centrale datawarehouse in de cloud, en er worden uitzonderingen toegevoegd. Die uitzonderingen worden gemonitord en geremedieerd door een centraal ondersteuningsteam. Remediëring omvat onderzoek bij de gegevensverstrekker of interne activiteiten ter ondersteuning van intern beheerde registratiesystemen. Indien nodig wordt de eigenaar van de gegevens die verantwoordelijk en aansprakelijk is voor de gegevens, via het interne gegevensgovernanceproces op de hoogte gebracht om uitstaande uitzonderingen op te lossen.

JHI ontvangt iedere week automatische datafeeds van externe leveranciers van ESG-gegevens, die worden ingevoerd in een datawarehouse in de cloud. Zodra de gegevens zijn geïntegreerd en de kwaliteitscontroles op de gegevens zijn gebeurd, worden de ruwe gegevens gekoppeld aan de interne taxonomiestructuur van JHI. Op die manier worden alle ESG-gegevens uit het datawarehouse consistent beschikbaar gesteld in alle applicaties van JHI die gebruikmaken van die informatie en de verschillende fases van het beleggingsproces ondersteunen.

De proportie geraamde gegevens voor een financieel product verandert voortdurend.

Sommige gegevens die worden gebruikt om bindende criteria te ondersteunen, zoals ze werden ontvangen van externe gegevensverstrekkers, kunnen geschatte gegevens zijn. Voor posities waarover de externe gegevensverstrekker geen informatie heeft, kan eigen research worden gebruikt. Dat kan gaan van de afstemming van eigen onderzoek met de externe gegevensverstrekker tot een schriftelijke bevestiging van de emitterende entiteit dat die overeenkomt met de bindende criteria. De geschiktheid van het verstrekte bewijs wordt geëvalueerd door een onafhankelijk orgaan bij JHI.

I. Beperkingen van methodologieën en gegevens

Het bereik van de gegevens wordt direct bepaald door het bereik van de onderliggende leverancier van ESG-informatie.

De interne gegevensstructuur van JHI is voldoende flexibel om eigen bewijsmateriaal te integreren of evaluaties aan te passen aan toekomstige vereisten.

JHI is zich ervan bewust dat er hiaten zitten in ESG-onderzoek naar niet-traditionele vermogenscategorieën in vergelijking met klassieke vermogenscategorieën zoals aandelen en schuldinstrumenten.

J. Due diligence

In het beleid van JHI inzake duurzaamheidsrisico's worden de ESG-integratieprincipes, de beginselen voor duurzaam beleggen en de basisuitsluitingen voor potentiële beleggingen uiteengezet. Die uitsluitingen zijn gebaseerd op classificaties die de externe leveranciers van ESG-gegevens verstrekken. Deze classificatie kan terzijde worden geschoven wanneer uit beleggingsonderzoek voldoende blijkt dat de externe aanduiding niet accuraat of gepast is.

Elke beleggingsafdeling voert zijn eigen due-diligenceprocessen uit voordat ze beleggingsbeslissingen neemt binnen zijn artikel 9-fondsen, en maakt daarbij gebruik van interne en externe tools en research. Het team Front Office Controls & Governance verzekert voortdurend dat de beleggingsproducten worden beheerd in overeenstemming met de gedocumenteerde duurzaamheidsverbintenissen. Het team Financial Risk controleert en onderzoekt het beleggingsbeheer in het licht van ESG-gerelateerde risico's, naast de traditionele maatstaven voor de marktrisico's, en integreert het duurzaamheidsrisico in de risicoprofielen. Investment Compliance maakt dat ESG-gerelateerde activiteiten in overeenstemming met de wettelijke eisen en verwachtingen worden beheerd en dat ze binnen ons compliancekader worden bekeken.

K. Engagementsbeleid

Naast de eerder beschreven bindende elementen van de beleggingsstrategie vormt zorgvuldig beheer een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de actieve langetermijnbenadering van beleggingsbeheer die Janus Henderson voorstaat. Details over de manier waarop JHI met engagement omgaat, vindt u in het ESG-beleggingsbeleid, dat te vinden is in de 'ESG Resource Library' op de website van Janus Henderson.

Dialoog met ondernemingen maakt een belangrijk deel uit van het beleggingsproces. Tijdens onze bedrijfsbezoeken wordt er gesproken over een brede waaier aan onderwerpen, waaronder ecologische en sociale problemen. De beleggingsbeheerder deelt op een actieve manier onze mening mee aan ondernemingen en probeert de prestaties te verbeteren, onder meer via gepaste normen op het gebied van bedrijfsverantwoordelijkheid.

De uiteindelijke stembevoegdheid berust bij de portefeuillebeheerder, die ervoor verantwoordelijk is dat de stemmen in het beste belang van de klanten worden uitgeoefend, waarbij ESG-factoren, indien relevant, een belangrijke overweging zijn. De portefeuillebeheerder wordt ondersteund door het interne Governance and Stewardship-team, dat nauw samenwerkt met de beleggingsteams om stemgerelateerde kwesties te helpen analyseren. Met betrekking tot stemmen en bedrijfsbetrokkenheid houdt de portefeuillebeheerder rekening met bepaalde kernprincipes, zoals openbaarmaking, transparantie, samenstelling van het bestuur, aandeelhoudersrechten, audit en interne controles, en beloning. Een belangrijk element van de benadering van stemmen bij volmacht is het ondersteunen van deze principes en praktijken en het bevorderen van de langetermijnbelangen van aandeelhouders.

Aan het begin van elk jaar stelt de beleggingsbeheerder een lijst op met de belangrijkste betrokkenheidsonderwerpen.  Analyse van de portefeuille op basis van impactgegevens zoals de SDG’s en ESG-KPI’s vormt de basis voor deze lijst, samen met de controverses, wetenschappelijke vooruitgang en positieve acties die zijn ondernomen door de bedrijven met de portefeuille. Dit is geen vaste lijst en kan veranderen afhankelijk van de activiteiten van het bedrijf en de materialiteit van bepaalde onderwerpen. Deze lijst wordt gepubliceerd in het jaarlijkse Duurzaamheidsverslag van het Fonds.

Omdat het beleggingsproces hoge normen op het gebied van duurzaamheid hanteert, zullen er zeer weinig voorstellen van aandeelhouders over ESG-kwesties zijn. De beleggingsbeheerder streeft ernaar aandeelhoudersvoorstellen te initiëren/ondersteunen over duurzaamheidsaspecten voor portefeuilleposities, volgens onze hierboven beschreven benadering inzake stemmen en betrokkenheid.

De beleggingsbeheerder streeft ernaar bedrijven te bezoeken die weinig informatie bekendmaken over hun belastingpraktijken. Die bezoeken zijn afgestemd op de aanbevelingen van de UN PRI in zijn verslag Beoordeling en bespreking van transparantie omtrent bedrijfsbelasting: Een leidraad voor beleggers.

De onderneming ondersteunt een aantal codes voor zorgvuldig beheer en bredere initiatieven wereldwijd, en heeft ook de UK Stewardship Code ondertekend.

Janus Henderson heeft een Proxy Voting Committee, dat bepaalt waarop we bij volmacht stemmen over belangrijke kwesties en dat richtlijnen opstelt voor toezicht op het stemproces. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de teams voor portefeuillebeheer, corporate governance, boekhouding, juridische zaken en compliance. Daarnaast is het Proxy Voting Committee verantwoordelijk voor de monitoring en oplossing van mogelijke belangenconflicten in verband met het stemmen bij volmacht.

L. Realisatie van de duurzame beleggingsdoelstelling

Het fonds gebruikt geen referentiebenchmark om zijn duurzame beleggingsdoelstelling te behalen.

a. Belangrijkste nadelige gevolgen (PAI)

PAI's worden beschouwd op productniveau1 en de onderstaande tabel vermeldt alleen de PAI's op Productniveau. In de onderstaande tabel wordt uiteengezet waar PAI's worden overwogen door het gebruik van uitsluitingsscreenings en betrokkenheid bij bedrijven:

Ongunstiged-
uurzaamheid-
sindicator
Metriek Hoe wordt rekening gehouden met PAI's?
Uitstoot van broeikasgassen Broeikasgasemissies Scope 1-broeikasgasemissies Uitsluitende screening
Scope 2-broeikasgasemissies Uitsluitende screening
  Carbon footprint Carbon footprint Uitsluitende screening
BKG-intensiteit van ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd Broeikasgasintensiteit van ondernemingen waarin wij beleggen Uitsluitende screening
  Blootstelling aan ondernemingen die actief zijn in de fossielebrandstoffensector Aandeel van beleggingen in ondernemingen die actief zijn in de fossielebrandstoffensector Uitsluitende screening
Maatschappelijke en personeelsthema's Aandeel van beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn bij de productie of de verkoop van controversiële wapens Blootstelling aan controversiële wapens (antipersoonsmijnen, clustermunitie, chemische wapens en biologische wapens) Uitsluitende screening
  Schendingen van de principes van het UN Global Compact en de richtsnoeren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationals Aandeel van beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn geweest bij schendingen van de principes van het UNGC of de OESO-richtsnoeren voor multinationals. Uitsluitende screening


1
 Dit is van kracht geworden op 1 juni 2022 en de periodieke verslaglegging begint op 1 januari 2023 voor de eerste referentieperiode vanaf 1 juni 2022

'Waar de vertaalde versie van deze openbaarmakingstekst verschilt van de Engelse versie, prevaleert de originele Engelse versie'