Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website JH Explorer in Yorkshire: Duurzame kunstmestmijnbouw - Janus Henderson Investors
Voor financiële professionals in Nederland

JH Explorer in Yorkshire: Duurzame kunstmestmijnbouw

Een bezoek aan een milieuvriendelijk mijnbouwproject dat organische meststoffen met een lage CO2-voetafdruk zal produceren, maakt Portfolio manager Tal Lomnitzer steeds enthousiaster over de toekomst van duurzame landbouw.

Tal Lomnitzer, CFA

Tal Lomnitzer, CFA

Senior beleggingsbeheerder


25 januari 2024
6 beknopt artikel

Kernpunten

  • Voedselsystemen zijn verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Bijna 40 procent hiervan afkomstig van de landbouwproductie.
  • De Woodsmith-kunstmestmijn is een voorbeeld van een duurzaam ontwikkelingsproject dat een product produceert dat zowel maatschappelijke als ecologische voordelen biedt.
  • Nu de wereld zich beweegt in de richting van meer milieuverantwoorde, regeneratieve landbouw, groeien de kansen en vooruitzichten op betere rendementen voor beleggers.
De JH Explorer-serie volgt onze beleggingsteams over de hele wereld en vertelt over hun praktijkonderzoek op land- en bedrijfsniveau.  

We behandelen grond als vuil. Dat is een kapitale fout, omdat ons leven ervan afhangt.                                                                                                                                  George Monbiot, www.theguardian.com. 25 maart 2015

Ik ben enorm geïnteresseerd in onze grond sinds ik het uitstekende boek 'Regenesis' van George Monbiot heb gelezen, waarin ik me bewust werd van de gevolgen die de landbouw heeft voor het milieu en waarin wordt gesproken over hoe we de wereld te eten kunnen geven zonder de planeet te verslinden. Met dat in mijn achterhoofd bezocht ik onlangs het Woodsmith-project van Anglo American voor de ontwikkeling van een kunstmestmijn in de North York Moors, een nationaal park in Noord-Engeland.

Dit project is een indrukwekkende demonstratie van nieuwe, milieubewuste mijnbouwtechnologie in deze prachtige regio. Volgens Anglo American heeft het project het potentieel om circa £ 1,2 miljard bij te dragen aan de lokale economie en meer dan 1.500 banen te creëren. De ondergrondse mijn neemt nauwelijks ruimte in beslag; het polyhalieterts wordt via een 37 kilometer lang ondergronds transportsysteem naar de verwerkings- en haventerminal gebracht.

De ruggengraat van het project: de 37 kilometer lange transporttunnel brengt erts naar de haven en dienstverleners naar de mijn

Organische kunstmest met een lage CO2-voetafdruk

Overmatig gebruik van traditionele chemische kunstmest kan de PH (bodemverzuring) van de bodem verminderen, waardoor niet alleen de voedingsstoffen in de bodem afnemen, maar ook nuttige bodemmicroben worden vernietigd en de uitstoot van broeikasgassen toeneemt via zowel de productie van kunstmest als de uitstoot van stikstofoxide in de atmosfeer.

De kunstmest die bij het Woodsmith-project zal worden geproduceerd is afgeleid van polyhaliet, een van nature voorkomend, in water oplosbaar mineraal. Omdat dit een kunstmest is die verschillende voedingsstoffen bevat en arm aan chloor is, is het zogenaamde POLY4-product zeer geschikt voor de biologische landbouw. Er is geen sprake van chemische verwerking: om het erts in kunstmest om te zetten, hoeft het alleen gegranuleerd te worden door middel van eenvoudige vermaling met toevoeging van water en zetmeel. Dit betekent dat de resulterende kunstmestkorrels een fractie van de CO2-voetafdruk hebben van gelijkwaardige kunstmestproducten, naast talloze voordelen voor de bodemgezondheid en de landbouwproductiviteit. Bovendien betekent het feit dat er geen chemicaliën worden gebruikt bij de verwerking, dat het product als biologisch kan worden geclassificeerd.

De mijn en de verwerking zelf hebben tal van voordelen: vrijwel geen mijnafval dankzij de erts-productverhouding van 1:1, een laag water- en energieverbruik en lage exploitatie- en onderhoudskosten dankzij de minimale verwerking en verspilling. Door dicht langs de ertsafzetting te delven, is efficiëntere bulkmijnbouw mogelijk zonder de typische ontwikkeling die een ondergrondse mijn vereist.

Blik op de onderkant van de transporttunnel

Meerdere voordelen: verbeterde bodemstructuur en gewasopbrengst, koolstofvastlegging

Tijdens mijn bezoek maakte ik kennis met landbouw-, agronomie- en bodemdeskundigen die mij adviseerden dat het POLY4-product de sterkte en structuur van de bodem verbetert, waardoor die beter bestand is tegen verdichting en hogere gewasopbrengsten biedt. Dat is een ondergewaardeerd milieuvoordeel: een goede bodemstructuur verbetert de afwatering en vermindert de bodemerosie, waardoor overstromingen worden beperkt en de biodiversiteit wordt ondersteund. Een hogere gewasbiomassa is mogelijk doordat de kunstmest belangrijke voedingsstoffen aan de bodem toevoegt, zoals kalium, zwavel, magnesium en calcium. Dat helpt bij de lagere opbrengsten die vaak worden geassocieerd met duurzame of biologische landbouw, omdat daar geen chemische kunstmest en pesticiden worden gebruikt.

 

Een eenvoudig product met een grote rol voor duurzaamheid

De bodem is de grootste opslagplaats voor organische koolstof en bevat tweemaal zoveel koolstof als de atmosfeer. De toevoeging van calcium aan de bodem door dit product is een ander pluspunt, omdat de bodem zo meer koolstof kan vasthouden.* Organische koolstof en carbonaten in de bodem worden opgeslagen in de bodem, rotsen en planten, die anders zou zijn vrijgekomen als koolstofdioxide in de atmosfeer.

De bodem is de grote verbinder van levens, de bron en bestemming van alles. Het is de genezer, hersteller en opwekker, waar ziekte overgaat in gezondheid, leeftijd in jeugd, dood in leven. We moeten er goed voor zorgen om onze gemeenschap in stand te houden. Want zonder goede zorg is het leven niet mogelijk.

                                               Wendell Berry, The Unsettling of America: Culture and Agriculture

Uitdagingen en kansen in duurzame landbouw

Nu de wereld zich beweegt in de richting van meer milieuverantwoorde, regeneratieve landbouw, zal de vraag naar dit soort producten toenemen. De uitstoot van broeikasgassen door voedselsystemen is goed voor ongeveer een derde van het mondiale totaal. Bijna 40 procent van deze uitstoot wordt veroorzaakt door de landbouwproductie. Overheden, bedrijven en beleggers zijn zich er steeds meer van bewust dat de CO2-uitstoot kan worden geminimaliseerd door beter beheer van land en betere vormen van landbouw, zoals precisielandbouw, weinig tot geen bodembewerking en regeneratieve landbouw. Kustmest speelt hier een sleutelrol, om nog maar te zwijgen over de duurzame productie van voldoende voedsel om bijna 10 miljard mensen te voeden over 25 jaar.

Hoewel er meerdere uitdagingen moeten worden overwonnen op weg naar een duurzame landbouwtoekomst, zoals de langzame acceptatie van nieuwe landbouwpraktijken en -technologieën, het terugdringen van de vleesconsumptie en de waterschaarste, wordt er vooruitgang geboekt. Regeringen erkennen de rol van de landbouw: de Europese Green Deal (EDG) streeft bijvoorbeeld naar een klimaatneutrale regio in 2050, waaraan duurzame landbouw- en voedselsystemen een belangrijke bijdrage zullen leveren.

Mijn bezoek aan de Woodsmith-mijn is een goed voorbeeld van een innovatieve en proactieve ontwikkeling op het gebied van duurzame hulpbronnen dat verandering teweeg te brengt door een product met een lage CO2-voetafdruk te produceren dat de gewasopbrengsten kan verhogen en tegelijkertijd de bodemstructuur kan verbeteren. Daarnaast kan de ontwikkeling van een duurzaam bedrijf van wereldklasse potentieel veel rendement opleveren voor beleggers en de lokale gemeenschap.

*Koolstofvastlegging: Een proces waarbij kooldioxide uit de atmosfeer wordt verwijderd en opgeslagen via biologische, chemische of fysische processen. Bij biologische koolstofvastlegging wordt CO2 opgeslagen in bijvoorbeeld vegetatie, zoals bossen en oerwoud, maar ook in de grond en de oceanen.

Onze benadering van ESG-integratie: Doordacht, praktisch, onderzoeksgedreven en toekomstgericht

Belangrijke informatie

Industrieën die afhankelijk zijn van natuurlijke hulpbronnen kunnen aanzienlijk worden beïnvloed door veranderingen in vraag en aanbod van natuurlijke hulpbronnen, energie- en grondstofprijzen, politieke en economische ontwikkelingen, milieu-incidenten, energiebesparingen en exploratieprojecten.

Duurzaam of Environmental, Social and Governance (ESG) beleggen houdt rekening met factoren die verder gaan dan de traditionele financiële analyse. Dat kan ertoe leiden dat er minder mogelijkheden tot beleggen zijn en dat de prestaties en blootstellingen verschillen van de bredere markt en zich mogelijk meer concentreren in bepaalde sectoren.

Dit zijn de standpunten van de auteur op het moment van publicatie en kunnen verschillen van de standpunten van andere personen/teams bij Janus Henderson Investors. Verwijzingen naar individuele effecten vormen geen aanbeveling om effecten, beleggingsstrategieën of marktsectoren te kopen, verkopen of aan te houden en mogen niet als winstgevend worden beschouwd. Janus Henderson Investors, zijn gelieerde adviseur of zijn medewerkers kunnen een positie hebben in de genoemde effecten.

 

Resultaten uit het verleden geven geen indicatie over toekomstige rendementen. Alle performancegegevens omvatten inkomsten- en kapitaalwinsten of verliezen maar geen doorlopende kosten en andere fondsuitgaven.

 

De informatie in dit artikel mag niet worden beschouwd als een beleggingsadvies.

 

Er is geen garantie dat tendensen uit het verleden zich zullen doorzetten of dat prognoses worden gehaald.

 

Reclame.

 

Begrippenlijst

 

 

 

Belangrijke informatie

Lees de volgende belangrijke informatie over fondsen die vermeld worden in dit artikel.

Het Janus Henderson Horizon Fund (het 'Fonds') is een Luxemburgse SICAV die op 30 mei 1985 is opgericht en wordt beheerd door Janus Henderson Investors Europe S.A. Janus Henderson Investors Europe S.A. kan besluiten de marketingregelingen van deze beleggingsinstelling overeenkomstig de desbetreffende regelgeving te beëindigen. Dit is een marketingboodschap Raadpleeg de prospectus van de ICBE en het document met essentiële beleggersinformatie voordat u een definitieve beleggingsbeslissing neemt.
    Specifieke risico's
  • Aandelen/deelnemingsrechten kunnen snel in waarde dalen en gaan doorgaans gepaard met hogere risico's dan obligaties of geldmarktinstrumenten. Als gevolg daarvan kan de waarde van uw belegging dalen.
  • Aandelen van kleine en middelgrote bedrijven kunnen volatieler zijn dan aandelen van grotere bedrijven en kunnen soms moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment en tegen de gewenste prijs, wat het risico op verlies vergroot.
  • Het Fonds focust op bepaalde sectoren of beleggingsthema's en kan sterk worden beïnvloed door factoren zoals wijzigingen in overheidsregulering, hogere prijsconcurrentie, technologische vooruitgang en andere ongunstige gebeurtenissen.
  • Het Fonds volgt een verantwoorde beleggingsaanpak, waardoor het onderwogen kan zijn in bepaalde sectoren (vanwege de gehanteerde vermijdingscriteria) en dus anders kan presteren dan fondsen die een vergelijkbare financiële doelstelling hebben, maar die geen vermijdingscriteria toepassen bij de selectie van beleggingen.
  • Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten om het risico te verminderen of om de portefeuille efficiënter te beheren. Dit gaat echter gepaard met andere risico's, waaronder met name het risico dat een tegenpartij bij derivaten niet in staat is om haar contractuele verplichtingen na te komen.
  • Als het Fonds activa houdt in andere valuta's dan de basisvaluta van het Fonds of als u belegt in een aandelenklasse/klasse van deelnemingsrechten in een andere valuta dan die van het Fonds (tenzij afgedekt of 'hedged'), kan de waarde van uw belegging worden beïnvloed door veranderingen in de wisselkoersen.
  • Effecten in het Fonds kunnen moeilijk te waarderen of te verkopen zijn op het gewenste moment of tegen de gewenste prijs, vooral in extreme marktomstandigheden waarin de prijzen van activa kunnen dalen, wat het risico op beleggingsverliezen verhoogt.
  • Het Fonds kan een hoger niveau van transactiekosten oplopen als gevolg van beleggingen in minder actieve markten of minder ontwikkelde markten in vergelijking met een fonds dat in actievere of meer ontwikkelde markten belegt.
  • Het Fonds kan geld verliezen als een tegenpartij met wie het Fonds handelt niet bereid of in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen, of als gevolg van een fout in of vertraging van operationele processen of verzuim van een derde partij.