Zorg ervoor dat Javascript is ingeschakeld voor de toegankelijkheid van de website Vooruitzichten voor vastrentende waarden in 2024- Potentieel een lonend jaar
Voor financiële professionals in Nederland

Vooruitzichten voor vastrentende waarden in 2024: reken maar uit!

Jim Cielinski, Global Head of Fixed Income, onderzoekt waarom, in de context van de extreme volatiliteit op de obligatiemarkt, de wiskunde die ten grondslag ligt aan vastrentende waarden pleit voor gunstigere vooruitzichten voor deze beleggingscategorie in 2024.

Jim Cielinski, CFA

Jim Cielinski, CFA

Global Head of Fixed Income


29 november 2023
8 beknopt artikel

Kernpunten

  • 2024 wordt een omslagjaar. Centrale banken hebben de inflatie onder controle weten te krijgen, waardoor ze in de loop van het jaar weer kunnen gaan denken over renteverlagingen.
  • Dit zou moeten leiden tot een daling van de rente, waardoor obligaties weer een aantrekkelijke diversificatiecomponent kunnen worden.
  • De sector bedrijfsobligaties zal worden gehinderd door de vertraagde impact van het verkrappende beleid, maar sectoren met een hogere spreadkwaliteit, zoals bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit en hypotheken van overheidsagentschappen, worden interessant.

De verschuiving weg van lage rentes en rentes onder nul zal voor een groot deel van het vastrentende universum een uitdaging worden. Het goede nieuws over hogere rentes is dat ze het wiskundig gezien moeilijker maken om een negatief rendement op vastrentende waarden te behalen, en juist veel eenvoudiger om een positief rendement te genereren. Kijken we vooruit naar 2024, dan zien we dat de wereld van de wiskunde ons een aantal goede lessen kan leren over wat de vastrentende markten in petto kunnen hebben.

Rendement berekenen: Het asymmetrische risico-rendementsprofiel

De koersen van obligaties bewegen omgekeerd evenredig met de verandering van hun rendement. Daalt de rente, dan stijgen de prijzen van obligaties en vice versa. De rentes zijn de afgelopen drie jaar enorm gestegen. Nu ze een piek lijken te hebben bereikt, denken wij dat de vooruitzichten voor obligaties er in 2024 rooskleurig uitzien. In de onderstaande tabel ziet u hoe de inkomsten uit obligaties een buffer vormen tegen hogere rentetarieven, terwijl elke daling van de rente kans biedt op extra kapitaalwinst.

Afb1: Totaalrendementsmatrix voor Amerikaanse staatsobligaties onder veranderende rentescenario's
Geschat totaalrendement over 12 maanden (%)


Bron: Bloomberg, Amerikaanse staatsobligaties met specifieke looptijden per 17 november 2023. Uitsluitend ter illustratie: de geschatte rendementen weerspiegelen aannames die uitsluitend zijn gebaseerd op veranderingen in de obligatierendementen/rentetarieven en niet op andere factoren. Er is geen garantie dat verwachtingen zullen uitkomen. Rendementen kunnen variëren en zijn niet gegarandeerd. 

Waarschijnlijkheid: Beleidsrentepiek biedt grote kans op positieve rendementen

Centrale banken zijn er redelijk goed in geslaagd de inflatiegeest weer in de fles te stoppen. Ondanks enkele idiosyncratische schokken, zoals geopolitiek en als gevolg van El Niño, leidt de weg van de minste weerstand voor de inflatie neerwaarts. Exclusief de hardnekkige huurcomponent van de consumentenprijsindex (CPI) bedraagt de Amerikaanse inflatie nu circa 2 procent.1 De loondruk neemt af en de futuresmarkten gaan er al vanuit dat de Amerikaanse Federal Reserve (de Fed) klaar is met de renteverhogingen.2 In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, al hebben staatsobligaties historisch gezien goed gepresteerd na de laatste renteverhoging.

Afbeelding 2: Totaalrendement op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar in verschillende verkrappingscycli


Bron: LSEG Datastream, pieken US Federal Reserve Target Rate in cyclus, Benchmark US 10-year Government Bond Total Return Index, in USD. Datum van laatste renteverhoging in elke cyclusperiode: 1988-90 (24 februari 1989), 1994-97 (1 februari 1995), 1999-01 (16 mei 2000), 2006-08 (29 juni 2006), 2018-20 (20 december 2018). In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.

De ongrijpbare zachte landing
Monetaire beleid werkt met lange en uiteenlopende vertragingen. Dit brengt twee problemen met zich mee. Ten eerste: de doorlooptijden zijn lang. Ten tweede: de doorlooptijden zijn variabel! Het buitengewone verloop van het pandemiebeleid maakt deze cyclus anders dan alle vorige cycli, waarbij het beleid van grote hoogte naar beneden is gekomen.

De markten zijn opgetogen over meevallende inflatie- en werkgelegenheidscijfers. Men is al snel tot de conclusie gekomen dat de renteverhogingen voorbij zijn en dat de volgende stop een zachte landing is: een bescheiden positieve groei tegen een achtergrond van beperkte inflatie. Dit is het enige problematische aspect van deze vooruitzichten. De verwachting van een zachte landing gaat vaak vooraf aan een recessie. Van de laatste zes recessies werden er vijf voorafgegaan door marktvorsers die een zachte landing verwachtten (de COVID-19-recessie was een uitzondering).3 Vaak eindigen dit soort verwachtingen in tranen. De kansen op een zachte landing zijn zeker verbeterd, maar worden overschat. Voorlopende indicatoren blijven zwak, liquiditeit is slecht en de reële rente is restrictief, wat een hardere landing waarschijnlijker maakt. Op zijn minst zullen de markten volgend jaar op een bepaald moment te maken krijgen met groeiangst. Wij verwachten dat er in de komende twaalf maanden een goed moment zal zijn om risicovolle activa te kopen, maar daarvan is voorlopig nog geen sprake.

Curves: Het rendement van opwaartse rentecurves

Gegeven onze verwachting dat centrale banken volgend jaar hun beleid weer gaan versoepelen, zou de rente op het kortere deel van de rentecurve moeten dalen. In 2023 was de rentecurve nog omgekeerd: obligaties met een kortere looptijd brachten meer op dan obligaties met een langere looptijd. Deze omkering nam af in de tweede helft van 2023 en in 2024 zal er waarschijnlijk weer een normale opwaartse rentecurve ontstaan, waarbij obligaties met een kortere looptijd minder rendement opleveren dan obligaties met een langere looptijd.

Afbeelding 3: De omkering van de rentecurve neemt af
Het rendement op een staatsobligatie van 10 jaar min het rendement op een staatsobligatie van 2 jaar


Bron: Bloomberg, Amerikaanse 2s10s-curve, Duitse 2s10s-curve, 30 november 1993 tot 20 november 2023. Basispunt (bp) is gelijk aan 1/100 procentpunt; 1bp = 0,01%. Rentes kunnen variëren en zijn niet gegarandeerd.

Dit zal waarschijnlijk gevolgen hebben voor de allocatie, omdat beleggers graag langerlopende rendementen willen vastleggen. Obligaties met een langere looptijd hebben een hogere duration (gevoeligheid voor renteveranderingen). Nu de rente op het punt staat weer te gaan dalen, zien wij 2024 als een jaar waarin duration lonend zou kunnen zijn.

Er zal echter een grens zijn aan de mate waarin de kortetermijnrente kan dalen in 2024. De door de Fed geprefereerde inflatiemaatstaf (de kernuitgaven voor persoonlijke consumptie) ligt met 3,7 procent nog steeds boven de doelstelling.4 Hoewel het waarschijnlijk is dat er in de VS renteverlagingen zullen plaatsvinden, zijn de markten een dergelijke uitkomst al in gaan prijzen. De inflatie blijft onder controle, maar totdat deze in de buurt van de doelstelling van 2 procent komt, zullen de centrale banken voorzichtig blijven. Dit geldt met name in de eurozone, waar de Europese Centrale Bank een strak gedefinieerd mandaat heeft dat gericht is op prijsstabiliteit.

Ratio's: Signalen van bedrijfsfundamentals

Voor obligatiebeleggers zijn ratio's van belang, vooral als die verband houden met de financiële kracht van een bedrijf. Een veel gevolgde ratio is de hefboomratio (nettoschuld/winst), die losjes aangeeft hoeveel jaar het zou duren om schulden terug te betalen. Een andere belangrijke ratio is de rentedekking (winst/rentelasten), die een maatstaf is voor hoe gemakkelijk een bedrijf de rente kan betalen op uitstaande schulden. Deze zijn de laatste tijd verslechterd en wij verwachten dat deze verslechtering in 2024 zal voortduren.

Nu de nominale economische groei aan het afnemen is, wordt het voor bedrijven het moeilijker om hun omzet te laten groeien. De druk op de kosten zal echter blijven bestaan en kan zelfs verergeren, omdat bedrijven zich tegen hogere tarieven moeten herfinancieren dan enkele jaren geleden het geval was. Verwacht wordt dat dit de 'haves' (de bedrijven met sterke balansen en de mogelijkheid om kasstromen te genereren) zal scheiden van de 'have nots' (de bedrijven met onder druk staande balansen die moeite zullen hebben met het verlengen van hun schulden). Het zal belangrijk zijn om de desinflatie in de gaten te houden.

Herfinanciering zal de 'haves' scheiden van de 'have nots'.

Van decompressie (kredietspreads die groter worden naarmate men lager in het kredietspectrum komt als reactie op negatief nieuws) was in 2023 weinig sprake, uitgezonderd bij bedrijfsobligaties met een CCC-rating. Dit kwam doordat bewegingen in de rente op staatsobligaties doorgaans de rendementen bepaalden. Wij denken echter dat decompressie in 2024 zal terugkeren, omdat er meer aandacht zal gaan naar bedrijfsfundamentals. Hierdoor ontstaat er een sterk klimaat voor actief beheer. In dit klimaat gaat kwaliteit boven kwantiteit en geven wij de voorkeur aan obligaties van beleggingskwaliteit boven hoogrentende en kwalitatief hoogwaardigere leningen.

Correlatie: De terugkeer van diversificatie met aandelen en obligaties

Een relatie die historisch gezien veel waarde heeft gehad voor beleggers, is het feit dat staatsobligaties bescherming bieden tegen zwak presterende aandelenmarkten. Dit kwam doordat de rendementen op aandelen en obligaties de afgelopen decennia doorgaans negatief waren gecorreleerd. Met andere woorden: wanneer de één omhoog ging, ging de ander omlaag. Deze negatieve correlatie verdwijnt vaak in perioden van hoge inflatie (zoals 2023) omdat de hogere inflatie leidt tot zowel hogere rentetarieven als angst voor een recessie. Deze klassieke relatie zou moeten terugkeren wanneer de inflatie onder de 3 procent daalt, iets wat naar verwachting in 2024 zal gebeuren.

Afbeelding 4: Negatieve correlatie keert terug bij kern-CPI onder 3 procent


Bron: Bloomberg, driejaarscorrelatie van de Bloomberg US Treasury Total Return Index met de S&P 500® Total Return Index, uitgezet tegen de gemiddelde Amerikaanse Core Consumer Price Index (inflatie) over drie jaar, gegevens per maand, februari 1973 tot oktober 2023. In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.

Gedurende 2023 gaven wij de voorkeur aan door activa gedekte effecten van betere kwaliteit vanwege hun hoge rendementen en diversificatiekwaliteiten. Deze thema’s blijven ook in 2024 actueel. Wij blijven door hypotheken gedekte effecten (MBS) van overheidsagentschappen aantrekkelijk vinden. Met rendementen boven de 5 procent voor een beleggingscategorie met een lage volatiliteit, blijven deze een nuttige inkomstengenerator en diversificatiefactor in portefeuilles.5

De cirkel van vastrentende waarden is rond

Volgens ons zal 2024 een belangrijk transitiejaar worden. Beleggers moeten de desinflatie (de daling van de inflatie) nauwlettend in de gaten houden, omdat er grote verschillen zijn tussen de vraag of deze vraaggestuurd (zoals in een recessie) of aanbodgestuurd (door hogere productiviteit, dalende handelskosten en knelpunten) is. China zal een belangrijke plus of min voor de wereldeconomie zijn, afhankelijk van hun stimuleringsaanpak. Haperende Europese groei zou eveneens de agenda kunnen bepalen. De aandacht zal zich opnieuw richten op onvoorzichtige overheidsuitgaven; naarmate verschillende grote economieën zich opmaken voor verkiezingen, zal er sprake van volatiliteit kunnen zijn.

De risico's zijn dus niet verdwenen, maar wij denken dat het tijd is om het kompas en de gradenboog weer tevoorschijn te halen. De cirkel van vastrentende markten is rond. Als gevolg van de rente-reset zullen zij hun klassieke rol als aantrekkelijke inkomstengenerator en diversificatiefactor ten opzichte van risicovolle activa weer oppakken.

 

1Bron: US Bureau of Labor Statistics, Consumer Price Index (CPI): alle posten min huisvesting, laatste jaarlijkse procentuele verandering tot oktober 2023 was 1,5 procent. Afbeelding bijgewerkt op 14 november 2023.
2Bron: Bloomberg, World Interest Rate Projections, correct per 20 november 2023. Er is geen garantie dat ontwikkelingen uit het verleden zullen voortduren of dat prognoses worden gerealiseerd.
3Bron: Gebaseerd op Amerikaanse recessieperioden volgens het National Bureau of Economic Research (NBER), 1980, 1981, 1990, 2001, 2008 en 2020 en verschillende mediapublicaties voorafgaand aan die recessies.
4Bron: US Bureau of Economic Analysis, kernconsumptie (PCE), laatste jaarlijkse procentuele verandering tot september 2023. De kernconsumptie is exclusief voedsel en energie. De totale PCE bedroeg 3,4 procent.
5Bron: Bloomberg, Bloomberg US Mortgage Backed Securities (MBS) Index. Yield-to-worst op 20 november 2023. De Bloomberg US MBS Index volgt door hypotheken gedekte vastrentende effecten gegarandeerd door Fannie Mae, Freddie Mac en Ginnie Mae. Rentes kunnen variëren en zijn niet gegarandeerd.

De 10-Year Treasury Yield is de rente op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar vanaf de datum van aankoop.
Asset-backed securities (ABS): Een financieel effect dat wordt 'gedekt' (of is gewaarborgd) door bestaande activa (zoals leningen, creditcardschulden of leasecontracten), meestal activa die in de loop van de tijd een vorm van inkomsten (cashflow) genereren.
Balans: Een jaarrekening die de activa, de passiva en het eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald moment in de tijd weergeeft.
Het wordt een balans genoemd vanwege de boekhoudkundige vergelijking: activa = passiva + eigen vermogen.
Cashflow: Het nettobedrag aan liquide middelen en equivalenten daarvan dat in en uit een bedrijf stroomt.
De Consumer Price Index (CPI) is een index die het inflatiepercentage van de Amerikaanse consumentenprijzen weergeeft, zoals bepaald door het Amerikaanse Department of Labor Statistics. De Core Personal Consumption Expenditure (PCE) Price Index is een maatstaf voor de prijzen die mensen in de VS betalen voor goederen en diensten, exclusief voedsel en energie.
Correlatie is de mate waarin twee variabelen in verhouding tot elkaar bewegen. Een waarde van 1,0 impliceert een parallelle beweging, -1,0 een beweging in de tegengestelde richting en 0,0 houdt in dat er geen relatie is. Kredietrating: Een score die wordt gegeven door een kredietbeoordelaar zoals S&P Global Ratings, Moody's of Fitch over de kredietwaardigheid van een lener. S&P categoriseert bijvoorbeeld obligaties van beleggingskwaliteit als AAA tot BBB en hoogrentende obligaties van BB via B tot CCC in termen van afnemende kwaliteit en toenemend risico. Met andere woorden, kredietnemers met een CCC-rating lopen een groter risico op wanbetaling.
Kredietspectrum: Het bereik van kredietratings, van de hoogste rating van beleggingskwaliteit tot de laagst gewaardeerde hoogrentende obligaties.
Kredietspread is het verschil in rendement tussen effecten met een vergelijkbare looptijd maar een verschillende kredietkwaliteit. Verruimende spreads betekenen over het algemeen dat de kredietwaardigheid van zakelijke kredietnemers verslechtert. Verkrappende spreads betekenen juist dat deze verbetert. Fannie Mae, Freddie Mac en Ginnie Mae zijn allemaal door de Amerikaanse overheid gesponsorde hypotheekbedrijven. Fannie Mae en Freddie Mac kopen hypotheken, bundelen deze in door hypotheken gedekte effecten (MBS) en verkopen ze aan particuliere beleggers. Deze secundaire markt voor hypotheken vergroot het aanbod van beschikbare financiering voor hypothecaire leningen. Ginnie Mae is een volledig overheidsbedrijf dat de tijdige betaling van hoofdsom- en rentebetalingen op particuliere MBS garandeert. Ginnie Mae koopt, verkoopt of geeft zelf geen effecten uit. Goedgekeurde instellingen kunnen in aanmerking komende leningen verstrekken en deze bundelen in effecten als door Ginnie Mae uitgegeven MBS-instrumenten.
Overheidsuitgaven/begrotingsbeleid: Beschrijft het overheidsbeleid met betrekking tot het vaststellen van belastingtarieven en uitgavenniveaus. Het begrotingsbeleid staat los van het monetaire beleid, dat doorgaans door een centrale bank wordt bepaald.
Duration is een maatstaf voor de gevoeligheid van een obligatiekoers voor renteschommelingen. Hoe langer de duration van een obligatie, hoe groter de gevoeligheid ervan voor veranderingen in de rentetarieven en vice versa
Futurescontract: Een contract tussen twee partijen om op een bepaalde latere datum een activum te kopen of verkopen tegen een vandaag overeengekomen prijs. Fed Funds-futures zijn gebaseerd op de Federal Funds Rate en worden verhandeld op de Chicago Mercantile Exchange. Futures kunnen een indicatie geven van waar de markt verwacht dat de beleidsrente van de Fed zich op een bepaald punt in de toekomst zal bevinden.
Hoogrentende obligatie: Ook wel een obligatie onder beleggingskwaliteit of 'junk'-obligatie genoemd. Deze obligaties brengen doorgaans een hoger risico met zich mee dat de emittent zijn betalingsverplichtingen niet kan nakomen. Daarom worden ze meestal uitgegeven met een hogere rente (coupon) om dit extra risico te compenseren.
Obligatie van beleggingskwaliteit: Een obligatie die doorgaans wordt uitgegeven door overheden of bedrijven waarvan wordt aangenomen dat het risico dat zij hun betalingsverplichtingen niet kunnen nakomen relatief laag is, wat tot uiting komt in de hogere rating die kredietbeoordelaars eraan geven.
Laatcyclisch: Economische activiteit bereikt vaak een hoogtepunt, wat impliceert dat de groei nog steeds positief is, maar wel vertraagt.
Hefboom: Een maatstaf van het schuldniveau van een onderneming. De nettohefboom is de schuld (min geldmiddelen en kasequivalenten) in verhouding tot de winst (doorgaans vóór rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie).
Hoofdindicator: Economische gegevens die een vroeg signaal kunnen geven van waar wij ons in een economische cyclus bevinden.
Liquiditeit: Een maatstaf voor hoe eenvoudig een actief op de markt kan worden gekocht of verkocht. Activa die gemakkelijk in grote volumes op de markt kunnen worden verhandeld (zonder grote koersbewegingen te veroorzaken) worden 'liquide' genoemd. Looptijd: De vervaldatum van een obligatie is de datum waarop de hoofdsom (en een eventuele laatste coupon) aan beleggers wordt betaald. Obligaties met een kortere looptijd vervallen over het algemeen binnen vijf jaar, obligaties met een middellange looptijd binnen vijf tot tien jaar en obligaties met een langere looptijd na meer dan tien jaar.
Monetair beleid verwijst naar het beleid van een centrale bank dat erop gericht is de inflatie en de groei van een economie te beïnvloeden. Dat houdt onder meer in dat de rentevoeten en de geldtoevoer onder controle worden gehouden. Monetaire verkrapping verwijst naar ingrepen van een centrale bank om de inflatie in te perken en de economische groei te vertragen door de rente te verhogen en de hoeveelheid geld in omloop te verminderen. Door hypotheken gedekte effecten kunnen gevoeliger zijn voor renteveranderingen. Deze zogenaamde mortgage-backed securities (MBS) zijn onderhevig aan een verlengingsrisico, waarbij kredietnemers de duration van hun hypotheek verlengen naarmate de rente stijgt, en aan een risico op vervroegde aflossingsrisico, waarbij kredietnemers hun hypotheek eerder afbetalen als de rente daalt. Deze risico's kunnen het rendement verlagen.
Nominale gegevens weerspiegelen economische gegevens, uitgedrukt als lopende prijzen, en houden dus rekening met inflatie. De nominale economische groei is doorgaans hoger dan de reële groei (voor inflatie gecorrigeerd), maar dit verschil neemt af als de inflatie daalt.
De reële rente is de rente die een belegger, spaarder of kredietverstrekker ontvangt na aftrek van inflatie.
Risicoactiva: Financiële effecten waarvan de koers aanzienlijk kan fluctueren (en daardoor risicovoller zijn). Voorbeelden zijn aandelen, grondstoffen, vastgoedobligaties met lage ratings en bepaalde valuta. De S&P 500® Index weerspiegelt de prestaties van Amerikaanse large-caps en de Amerikaanse aandelenmarkt als geheel.
Gespreide sectoren: Door private instellingen uitgegeven vastrentende beleggingen met doorgaans hogere rendementen en een groter risico dan staatsbeleggingen, waaronder bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit en gesecuritiseerde activa zoals door hypotheken en door activa gedekte effecten.
Totaalrendement: Het rendement op een actief of belegging waarbij rekening wordt gehouden met zowel inkomsten als eventuele kapitaalwinsten en -verliezen.
Rendement: De inkomsten uit een effect in een bepaalde periode, meestal uitgedrukt als een percentage. Een gebruikelijke maatstaf voor aandelen is het dividendrendement, waarbij de dividenduitkering per aandeel worden gedeeld door de koers van het aandeel. Voor een obligatie wordt dit eenvoudig gezegd berekend door de couponrente te delen door de actuele obligatiekoers.
Een rentecurve geeft de rendementen (rente) weer van obligaties met dezelfde kredietkwaliteit, maar met verschillende vervaldata. Obligaties met langere looptijden hebben meestal een hoger rendement. Van een omgekeerde rentecurve is sprake als de rendementen op korte termijn hoger liggen dan die op lange termijn. Amerikaanse staatsobligaties (Treasury's) zijn directe schuldverplichtingen uitgegeven door de Amerikaanse overheid. De belegger is schuldeiser van de overheid. Treasury Bills en staatsobligaties worden gewaarborgd door het vertrouwen in en het krediet van de Amerikaanse overheid, worden over het algemeen beschouwd als risicovrij en leveren doorgaans een lager rendement op dan andere effecten.
Volatiliteit is een maatstaf voor het risico op basis van de spreiding van de rendementen voor een bepaalde belegging. Volatiliteit weerspiegelt de beweeglijkheid van de koers van een portefeuille, effect of index.

Belangrijke informatie

Diversificatie is geen garantie op winst. Ook neemt diversificatie het risico op beleggingsverliezen niet weg. Vastrentende effecten zijn onderhevig aan rente-, inflatie-, krediet- en wanbetalingsrisico's. De obligatiemarkt is volatiel. Stijgen de rentes, dan dalen de obligatieprijzen meestal en vice versa. Terugbetaling van de hoofdsom is niet gegarandeerd. De waarde kan dalen als een emittent zijn betalingsverplichtingen niet tijdig nakomt of wanneer zijn kredietwaardigheid afneemt.
Hoogrentende obligaties of 'junk'-obligaties hebben een groter risico op wanbetaling en prijsvolatiliteit. Hun koers kan onverwacht sterk schommelen. Gesecuritiseerde producten, zoals door een hypotheek of door activa gedekte effecten, zijn gevoeliger voor renteveranderingen, hebben een verlengings- en vervroegde-aflossingsrisico en zijn onderhevig aan meer krediet-, waarderings- en liquiditeitsrisico's dan andere vastrentende effecten.

Dit zijn de standpunten van de auteur op het moment van publicatie en kunnen verschillen van de standpunten van andere personen/teams bij Janus Henderson Investors. Verwijzingen naar individuele effecten vormen geen aanbeveling om effecten, beleggingsstrategieën of marktsectoren te kopen, verkopen of aan te houden en mogen niet als winstgevend worden beschouwd. Janus Henderson Investors, zijn gelieerde adviseur of zijn medewerkers kunnen een positie hebben in de genoemde effecten.

 

Resultaten uit het verleden geven geen indicatie over toekomstige rendementen. Alle performancegegevens omvatten inkomsten- en kapitaalwinsten of verliezen maar geen doorlopende kosten en andere fondsuitgaven.

 

De informatie in dit artikel mag niet worden beschouwd als een beleggingsadvies.

 

Er is geen garantie dat tendensen uit het verleden zich zullen doorzetten of dat prognoses worden gehaald.

 

Reclame.

 

Begrippenlijst